„Mijn mama heeft niet zo veel centjes”
Geen vakantie, geen krant en geen biefstuk. Wel veel deurwaarders en slapeloze nachten. Een schuld van 11.000 euro beheerst het leven van Ingrid Minnis. Het traject van schuldsanering biedt uitzicht. „Ik kan mijn hoofd weer boven water houden. Lange tijd dacht ik te verdrinken.”
„Ik had na mijn scheiding in oktober 1995 nog 15 cent in de portemonnee.” Voor Ingrid Minnis betekent het einde van haar tweede huwelijk het begin van de schulden.
Het lijkt een paar maanden daarvoor allemaal zo mooi. Samen met haar toenmalige man pacht Ingrid een horecagelegenheid op een camping. Vlak na de opening moet Ingrid naar het ziekenhuis voor de bevalling van haar derde kind. Haar man stelt haar gerust: „Ik regel alles wel.”
In juli krijgt manlief ruzie met een aantal klanten en de deuren van hun zaak gaan dicht. „Toen kwam ik erachter dat hij in drie maanden een schuld van 300.000 gulden had opgebouwd bij de leveranciers van bier, kroketten en frikadellen. Het ergste was echter dat mijn man de ziektekostenpremie niet meer betaalde. Mijn ziekenhuisopname moest ik daarom zelf ophoesten.”
In oktober 1995 komt het na drie jaar huwelijk tot een echtscheiding. Ingrids man neemt de zakelijke schulden mee, maar zij blijft zitten met onbetaalde ziekenhuisfacturen met een totaalbedrag van 7000 gulden. Tot haar schrik hebben ze ook een betalingsachterstand bij de woningbouwvereniging en de nutsbedrijven. De portemonnee is -op 15 cent na- leeg. „Vanaf die tijd ging het van kwaad tot erger. Ik kwam niet aan aflossen toe. ”
Op de vraag of ze veel deurwaarders kent, antwoordt Ingrid ad rem. „Hoeveel wil je er hebben? Ze kwamen met bosjes aan de deur. Ik sliep niet meer en at slecht. Hoewel ik altijd trillend de deur opende, heb ik ze nooit binnengelaten. Ik wilde voorkomen dat ze, zoals ze vroeger zeiden, stickertjes zouden plakken. Daarmee markeren ze alvast verkoopwaardige bezittingen.”
In februari van dit jaar -de schuld bedraagt inmiddels 11.000 euro- leest de 40-jarige Ingrid een artikel over schuldsanering. Direct maakt ze een afspraak. De schuldhulpverlener treft een regeling met de schuldeisers: ze krijgen 58 procent van het oorspronkelijke bedrag. Ingrid betaalt op haar beurt maandelijks 150 euro. „Al die jaren was ik op de vlucht. Op een bepaald moment kom je er echter zelf niet meer uit. Door rente en proceskosten groeide de schuld alleen maar. Nu begin ik weer met een schone lei.”
Ondanks de hulp is het geen vetpot in huize Minnis. De bijstandsmoeder moet rondkomen van 723 euro per maand. Trek daar de vaste lasten van 700 euro van af en er blijft bitter weinig over. „Mijn boodschappen betaal ik van de alleenstaande ouderkorting die ik krijg van de Belastingdienst. De kinderbijslag gebruik ik gedeeltelijk voor kleren en met het overige zuiver ik tekorten aan.”
Ingrid doet op woensdag de wekelijkse boodschappen. Hieraan gaat een gedegen voorbereiding vooraf. „Als de reclamefolders binnen zijn, leg ik alles naast elkaar. Ik maak dan een lijstje per supermarkt. Vervolgens fiets ik de hele woensdag door Raalte om mijn inkopen te doen.”
Ingrid somt moeiteloos alle prijzen op. „Een pak melk kost bij de Lidl 55 cent, terwijl er bij C1000 een prijskaartje van 73 cent aan hangt. Dat scheelt nogal. Op ons bord vind je ’s avonds in ieder geval geen biefstuk.”
De drie kinderen van 16, 11 en 9 tonen begrip voor de gedwongen zuinigheid van moeder. „Als mijn zoon vier cijfers op een prijskaartje ziet zegt hij: „Dat hoef ik niet hoor, want dat kun je niet betalen.” Toen ze nog klein waren vertelden ze openlijk: „Mijn mama heeft niet zo veel centjes.” Maar stond er dan een keer een fiets op hun verjaardag, dan waren ze dolgelukkig.”
Geld beheerst het leven van Ingrid. „Je wordt er gek van. Alles draait om geld. Pas over drieënhalf jaar, als de schuld volledig weg is, krijg ik echt rust. Mijn hele leven zal ik echter de reclamefolders blijven vergelijken. Zelfs al win ik de lotto.”
Ingrid is jaloers op de spreekwoordelijke Jan Modaal. „Ik wil echt geen grote auto, als ik maar iets makkelijker kan ademhalen. De kamers van de kinderen kunnen best een likje verf gebruiken. Pas ging de wasmachine kapot. Geld voor een nieuwe is er niet. Uiteindelijk moest Jantje van Pietje van Truusje het apparaat komen maken.”
Ondanks alle financiële moeilijkheden, blijft Ingrid verrassend monter. Dankzij de kinderen, geeft ze toe. „Het schuldsaneringtraject geeft houvast. Mijn kinderen houden mij echter op de been. Ik weet niet of ik anders nog had geleefd.”
Dit is de vierde aflevering in een serie over schuldhulpverlening. Donderdag deel 5: schuldhulpverlening en diaconie.