Amnesty: farmaceutische bedrijven hebben gefaald rond corona
Volgens Amnesty International hebben farmaceutische bedrijven „tragisch gefaald’ in hun bijdrage aan de bestrijding van de door corona veroorzaakte wereldwijde gezondheidscrisis. In een maandag gepubliceerde verklaring stelt de mensenrechtenorganisatie dat dit falen nota bene plaatsvond ondanks herhaalde en dringende oproepen om de coronavaccins eerlijk te verdelen in de wereld. Het beleid van de farmaceuten heeft volgens de organisatie bijgedragen aan „een mensenrechtencatastrofe” in 2021.
Volgens Amnesty hebben de bedrijven die de coronavaccins produceren de verkoop ervan in 2021 gemonopoliseerd, gelobbyd tegen het delen van intellectueel eigendom, te hoge prijzen voor hun vaccins gevraagd en leveringen aan rijke landen voorrang gegeven.
De tien miljard vaccindoses die zij in 2021 produceerden, hadden meer dan genoeg kunnen zijn om een wereldwijde vaccinatiegraad van 40 procent te bereiken. Dat was de doelstelling van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO. In plaats daarvan was aan het einde van dat jaar slechts 4 procent van de mensen in arme landen volledig gevaccineerd.
Rijke landen hamsterden vaccins en bemoeilijkten zo de levering aan armere delen van de wereld. Rajat Khosla, directeur Onderzoek, Belangenbehartiging en Beleid van Amnesty International, benadrukt dat „farmaceutische bedrijven een centrale rol speelden in die mensenrechtencatastrofe”. De bedrijven hadden volgens hem de helden van 2021 kunnen zijn. „In plaats daarvan keerden zij degenen die de vaccins het hardst nodig hadden de rug toe. Ze verkozen winst boven mensenlevens.”
Amnesty International roept op tot een koersverandering in 2022, om rond juli dit jaar wel de nieuwe WHO-doelstelling te kunnen halen: een wereldwijde vaccinatiegraad van 70 procent. Eerder deze maand liet de WHO al weten dat er nog eens circa 14 miljard euro nodig zal zijn om ook armere landen te helpen de pandemie onder controle te krijgen.