Vaderlijke zorg
Efeze 4:13
„Totdat wij allen zullen komen tot de enigheid des geloofs en der kennis van den Zone Gods, tot een volkomen man, tot de mate van de grootte der volheid van Christus.”
Laten we eens naar Paulus luisteren, die zegt: „Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, overlegde ik als een kind, maar nu ik een man geworden ben, heb ik het kinderlijke tenietgedaan” (1 Korinthe 13:11). Want in feite sprak Paulus hier over de huidige en toekomstige tijd. En op een andere plaats zegt de Schrift: „Totdat wij allen zullen uitgroeien tot een volwassen man, tot de maat van de volle leeftijd” (Efeze 4:13). In het huidige leven worden wij, zegt hij, als bij een voedster gevoed door de schepping. Maar als we in het huis van de Heere geleid zullen worden, als we de klederen van de verderfelijkheid zullen hebben afgelegd en de onverderfelijkheid zullen hebben aangedaan, dan gaan we een andere fase in, namelijk van het verkrijgen van de erfenis. Dit testament heeft ook gedreigd velen erfgenaam af te maken, als ze de in het testament opgeschreven voorwaarden onwaardig zouden zijn. Maar laten we zien wat de erfenis „die geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgeklommen” verder inhoudt. Hoe zullen we van de vruchten van die zaken in ons huidige leven kunnen genieten, wanneer zelfs de kennis ervan ons verstand te boven gaat? Daarom is het daarboven voor ons weggelegd! Heb er dus oog voor hoe groot Gods zorg is!
Johannes Chrysostomus, aartsbisschop te Constantinopel (”Psalm 5”, 2010)