Bergkamp wijst Kamer op fatsoensnormen
Den Haag. In de Tweede Kamer mag niet opgeroepen worden tot burgerlijke ongehoorzaamheid.
Dat stelde Kamervoorzitter Bergkamp vrijdag in een notitie aan de Tweede Kamer. Ook mogen parlementariërs elkaar of leden van het kabinet niet „knettergek” of „idioot” noemen, elkaar en de ministers niet beschuldigen van strafbare feiten en geen burgers of instanties aanvallen die niet bij het debat aanwezig zijn.
De notitie is geschreven ter voorbereiding op het debat over parlementaire omgangsvormen dat volgende week op de Kameragenda staat.
Bergkamp komt met het stuk na een aantal voorvallen in de Kamer. Zo werd drie weken geleden een coronadebat stilgelegd omdat FVD-Kamerlid Van Meijeren opriep tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Hij vond dat hij dat mocht doen omdat dat gelijk zou staan aan een oproep tot protest, maar een deel van de Kamer was het daar niet mee eens.
Wilders
Dat Kamerleden mensen niet gek mogen noemen, lijkt een reactie te zijn op PVV-Kamerlid Wilders. Hij noemde de voorbije jaren verschillende mensen in het parlement „knettergek”, onder wie toenmalig minister Vogelaar.
Een groot deel van de Kamer wil volgens Bergkamp dat in de regels beter wordt vastgelegd dat intimidatie en bedreiging tijdens debatten niet zijn toegestaan. Sowieso zouden de regels over het gedrag van parlementariërs nog eens opnieuw tegen het licht gehouden moeten worden. Ook wordt overwogen om de regel aan te scherpen dat er alleen via de voorzitter gesproken mag worden.
Premier Rutte snapt dat voorzitter Bergkamp de fatsoensregels in de Tweede Kamer scherper wil gaan handhaven. „Er is natuurlijk ook wel iets aan de gang de laatste tijd in die Tweede Kamer”, aldus de minister-president vrijdag tijdens zijn wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad.
Politiebewaking
Rutte benadrukt dat wat in de Kamer gezegd wordt, tot „maatschappelijke reacties” kan leiden. Hij wijst op de man die onlangs met een fakkel voor de deur stond bij minister Kaag (Financiën) en de noodzaak tot extra politiebewaking bij de woning van minister De Jonge.
CDA-fractievoorzitter Heerma pleitte vrijdag in een opiniestuk in de Volkskrant voor onderzoek naar de gevolgen van persoonlijke aanvallen in het parlement. De CDA’er wil dat de relatie tussen dreigend taalgebruik in de Tweede Kamer en bedreigingen aan het adres van politici „in beeld” wordt gebracht.
De christendemocraat ziet, net als andere politici, een verband tussen opmerkingen van FVD aan het adres van minister Kaag en de man die recent voor de deur van haar huis stond met een grote fakkel.