„Kennis van veldpolitie zal verdwijnen”
Het gaat ze niet om de naam, maar om het werk. De ’groene agenten’ Leen van Erk en Gezinus Vrielink zijn ervan overtuigd dat met het opheffen van de veldpolitie ook de opsporingsdeskundigheid in de natuur voor een deel verdwijnt. „Grijs en groen past eigenlijk niet bij elkaar.”
De plannen om de taken van de laatst overgebleven veldpolitiemensen onder te brengen in de Politie Milieu Dienst (PMD) zijn funest voor de natuur, vinden de beide mannen. Ze moeten andere milieutaken voor hun rekening nemen en daar hebben ze geen ’gevoel’ bij, vinden ze. „Het is een andere wereld. We hebben bij de veldpolitie vacatures gehad, maar er heeft nog nooit één milieuagent gesolliciteerd.”
De deskundigheid die de veldpolitie bezit, is uniek en niet zomaar over te brengen op andere collega’s. „Je maakt van een timmerman ook niet zomaar een metselaar. Dit vak leer je pas na vele jaren in de praktijk. Je moet ook op elkaar ingespeeld zijn en elkaar aanvoelen. Eigenlijk kun je spreken van een soort roeping. We zijn specialisten op het terrein van vogelherkenning, wild- en visstroperijen.”
Dat een grote groep van 25 milieuagenten straks ’groen’ erbij moet doen, werkt niet, is de stellige overtuiging van Van Erk en Vrielink. „Je ziet dat er vanwege bezuinigingen juist steeds minder toezicht komt in het buitengebied. Als je dan ook nog eens de politie daar weghaalt, is het probleem niet te overzien. Volgens de korpsleiding hebben we altijd goed werk geleverd. Opheffen van de veldpolitie is dan ook onlogisch.”
Zelf denkt Van Erk dat de beste oplossing is het team in stand te houden, maar wel herkenbaar onderdeel te laten zijn van de PMD. „De naam veldpolitie zegt ons niets. Maar we willen wel bij elkaar blijven en alleen dít soort werk blijven doen. In het verleden zijn veel specialismen bij de politie verdwenen en daar heeft men later spijt van gekregen.”
Ook in het veld wordt boos gereageerd op de plannen van de politietop. „Hier klopt helemaal niets van”, reageert jachtopzichter M. van Maurik („zeg maar Mauk”) van landgoed Remmerstein bij Amerongen aangeslagen. „Wij als jachtopzichters werken veel samen met de veldpolitie en ik heb een enorme bewondering voor de inzet van deze mensen. Als we ze nodig hebben, komen ze altijd, ook als ze vrij zijn. Niemand bij de politie is zo gemotiveerd. Er is ook geen enkele agent die dat kan overnemen. Ik zie het al gebeuren, als we melden dat er ’s nachts geschoten wordt. Dan verschijnen die geüniformeerde jongens -als ze al komen- in een dienstauto met zwaailichten: weg stropers.”
Anita van Oosterwijck reageert eveneens verbolgen. Ze is beleidsmedewerkster groene regelingen bij de provincie en secretaris van het Groene Platform. Daarin werken alle Utrechtse handhavingsorganisaties op het gebied van natuur en milieu samen. „Voor ons platform is het opheffen van de veldpolitie een heel slechte zaak. De milieupolitie zou dat dan moeten overnemen. Ik heb daar echter een hard hoofd in. De praktijk bewijst dat. Bij de reorganisatie van de politie in de jaren negentig zouden de politiekorpsen ook milieu erbij moeten gaan doen. Daar is niets van terechtgekomen. Het is niet voor niets dat onze veldpolitie ook ingehuurd wordt door de provincie Gelderland. Dat zegt genoeg.”
Minstens zo verontwaardigd over de gang van zaken is Jan de Groot, boswachter van Staatsbosbeheer in het gebied Heuvelrug Zuid. „Samenwerking tussen groen en grijs is prima, maar ze moeten beide wel zelfstandig blijven.” De Groot vreest dat het grijze milieu het groene straks zal overschaduwen. „Daar komt men pas achter als het te laat is.”
Eveneens negatief over de plannen is het Utrechts Landschap. Woordvoerder Marc van der Klift: „We zijn niet op de hoogte gesteld van de plannen binnen de Politie Milieu Dienst. Dat is zorgwekkend. Hieruit blijkt immers geen betrokkenheid van deze dienst bij groene handhaving in het buitengebied. Grondeigenaren krijgen steeds vaker te maken met stedelijke problematiek. Om reden van openbare orde en veiligheid zou hier meer politie noodzakelijk zijn.
Afgezien hiervan blijkt groene handhaving onvoldoende of zelfs niet tussen de oren van de politie te zitten. De fors afgeslankte veldpolitie bleek het enige loket voor ons te zijn waar deze kennis en aandacht aanwezig was.”
Dit is het tweede verhaal over het opheffen van de veldpolitie. Donderdag volgt het derde en laatste artikel. Wat vinden de landelijke politieke partijen van de gang van zaken?