Kamer dwingt kabinet toeslagenouders met schuld snel te helpen
Het kabinet moet voorkomen „dat er ook maar één gedupeerde in het toeslagenschandaal uit huis wordt gezet vanwege openstaande schulden, of te maken krijgt met beslaglegging”, heeft de Kamer donderdag afgedwongen. Een motie van de PvdA kreeg een meerderheid, ook door steun van coalitiepartijen ChristenUnie en het CDA. Het gaat om honderden toeslagenouders van wie de schuldenstop dit weekeinde al afloopt.
De Kamer wil voorkomen dat schuldeisers binnenkort op de stoep staan.
Het kabinet besloot vorig jaar tot een ‘moratorium’ op schulden. Dat moest voorkomen dat ouders die in aanmerking kwamen voor de zogenoemde Catshuisregeling (30.000 euro compensatie voor gedupeerden in het toeslagenschandaal), dit geld direct kwijt waren aan schuldeisers. Zaterdag loopt dat moratorium af, en de schulden van de meeste ouders zijn inmiddels overgenomen door de overheid, iets dat de Kamer eerder ook afdwong.
Maar van de 2700 ouders voor wie het moratorium na 12 februari afloopt, hebben zo’n 700 hun schulden nog niet gemeld. Volgens staatssecretaris Aukje de Vries (Toeslagen) is noodwetgeving om het moratorium te verlengen nu niet de oplossing, omdat dit tijd kost. Bovendien is de schuldenstop een „best wel stevige ingreep” waar „best nog veel haken en ogen aan zitten”, benadrukt de bewindsvrouw, omdat het inbreekt in het eigendomsrecht van de schuldeisers.
De oppositie nam daar geen genoegen mee, en een meerderheid stemde ondanks de bezwaren van het kabinet voor de motie. „Het maakt ons niet zoveel uit op welke manier, maar het mág gewoon niet gebeuren”, zei PvdA’er Henk Nijboer in een speciaal ingelast debat over het vooruitzicht van beslaglegging voor ouders die door het handelen van de overheid zijn gedupeerd. „Ik snap gewoon niet dat de staatssecretaris gewoon zegt: dat kan toch wel.” Volgens Lammert van Raan (Partij voor de Dieren) had het kabinet al eerder werk kunnen maken van de noodwetgeving om de schuldenstop te verlengen. „De staatssecretaris doet hier net alsof haar denken vanmorgen begonnen is.” De Kamer vroeg er vorige week al om. Die tijd is volgens hem „verspild”.
Vrijdag zal het kabinet met een oplossing moeten komen.