Voedingsdivisie krijgt de aandacht bij cijfers Unilever
Bij de presentatie van de cijfers over het vierde kwartaal zal levensmiddelen- en consumentengoederenproducent Unilever moeten laten zien dat er meer winst wordt geboekt met de voedingstak. Het bedrijf staat al enige tijd onder druk van aandeelhouders omdat de marges bij dat onderdeel niet hard genoeg groeien.
Onlangs riep vermogensbeheerder Flossbach von Storch al op tot het afsplitsen van de voedingsdivisie met merken als Knorr, Conimex en Hellman’s. Volgens oprichter Bert Flossbach is „synergie vaak een puur theoretisch argument”. Volgens hem zijn de afzonderlijke delen meer waard dan Unilever nu als gecombineerd concern is.
De voedingstak is al langer het zorgenkindje van Unilever, dat de thee-activiteiten om dezelfde reden van de hand deed. De winstmarges bij onderdelen als schoonmaakmiddelen en verzorging en cosmetica zijn namelijk hoger en met die producten groeit Unilever ook harder. Dat erkende topman Alan Jope ook toen hij begin dit jaar strategische wijzigingen aankondigde waaronder het afsplitsen van de ijsjes-divisie van de rest van voedingsmiddelen. Jope deed dat nadat een bod op de consumentendivisie van GlaxoSmithKline werd afgewezen.
Qua resultaten over het vierde kwartaal gaat de aandacht van beleggers uit naar de effecten van hogere prijzen van grondstoffen. Ook merkt Unilever mogelijk dat de effecten van thuiswerken en sluiting van de horeca wat afnemen aangezien in veel landen de coronamaatregelen een groot deel van het slotkwartaal minder streng waren. Ook gaat de blik naar de eigen verwachtingen van Unilever voor 2022 nu de coronapandemie in elk geval in Europa voorzichtig op haar einde lijkt te lopen.