Natuurkundigen wekken recordhoeveelheid energie op met kernfusie
Wetenschappers hebben een record gebroken met het opwekken van energie door kernfusie. Afgelopen december wist een internationaal team van natuurkundigen met een experimentele fusiereactor in het Britse Oxford 59 megajoule op te wekken. Daarmee braken ze het record van 22 megajoule, dat in 1997 werd gevestigd.
Op zichzelf is 59 megajoule geen grote hoeveelheid energie, maar het gaat wel om een belangrijke stap in het onderzoek naar kernfusie. Het Britse atoomagentschap zegt in een persbericht dat kernfusie een enorme stap kan zijn om klimaatverandering tegen te gaan. Om kernfusie echt toe te kunnen passen als alledaagse krachtbron, moet het uiteindelijk wel voor langere tijd energie kunnen opwekken. De recordhoeveelheid energie werd opgewekt in vijf seconden.
Met kernfusie worden twee lichte atomen, bijvoorbeeld waterstofatomen, samengesmolten. Bij die ‘fusie’ komt veel energie vrij. In huidige kerncentrales wordt gebruikgemaakt van kernsplijting. Dit maakt gebruik van de energie die vrijkomt wanneer een atoom wordt gesplitst. Kernfusie produceert veel minder afval dan kernsplijting en kan dus mogelijk een schone en krachtige energiebron worden.
De gebruikte reactor, de Joint European Torus (JET), is een internationaal samenwerkingsproject waar ook een Nederlands instituut aan is verbonden. In de reactor kan het tien keer heter worden dan de kern van de zon. In Frankrijk wordt een grotere en meer geavanceerde opvolger van JET gebouwd, de ITER. Door de resultaten van JET hebben de fysici meer vertrouwen gekregen in de werking van deze opvolger.