Ze werden op een partijbijeenkomst vorige week in Salt Lake City berispt en kregen in een resolutie het verwijt dat ze zich schuldig maken aan „destructief gedrag”, dat slecht is voor het land en hun partij. Ze zouden onder leiding van Democraten meedoen aan de „vervolging van gewone burgers” die op een „legitieme manier” meedoen aan het politieke proces.

Die formulering zorgt voor verdeeldheid binnen de partij. McConnell verwerpt de omschrijving en zei: „We hebben gezien wat er is gebeurd. Het was een gewelddadige opstand om te proberen de vreedzame overdracht van de macht na een legitiem bekrachtigde verkiezing van de ene regering naar de andere te voorkomen. Dat is wat het was.”

De resolutie tegen Cheney en Kinzinger kreeg eind vorige week nog veel steun op de partijbijeenkomst. Slechts een handjevol aanwezigen stemde tegen. Later volgde alsnog kritiek van Republikeinse politici, waarvan McConnell tot dusver de meest prominente is. Hooggeplaatste Republikeinen hebben inmiddels benadrukt dat het niet de bedoeling was om gewelddadige relschoppers te verdedigen.

McConnell noemde het ongepast dat de partijtop leden bestraft die „misschien andere denkbeelden hebben dan de meerderheid”. Andere topfiguren binnen de partij denken daar anders over. Een ingewijde zei tegen The Washington Post dat oud-president Donald Trump de voorzitter van de partij zaterdag heeft gebeld om haar te feliciteren met de resolutie.

Ondanks de steun van Trump gaan binnen de partij stemmen op om de resolutie weer in te trekken. „Ze moeten op z’n minst de woorden ‘legitieme politieke discussie’ verwijderen”, zei een lid van het partijbestuur tegen de krant. „Maar eigenlijk moeten ze dat hele ding weer intrekken.”