CTIVD: onderzoek AIVD en MIVD naar sociale media moet beter
De manier waarop de geheime diensten onderzoek doen naar openbare bronnen zoals sociale media voldoet niet aan de wet. Bovendien is de wet niet goed berekend op de moderne onderzoekstechnieken. Dat concludeert de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD). De toezichthouder wil met de inlichtingendienst AIVD en de militaire tegenhanger MIVD kijken naar een tijdelijke oplossing voor de problemen terwijl de wetgever een structurele oplossing zoekt.
De CTIVD heeft onderzoek gedaan naar het gebruik van zogenoemd automated Open Source Intelligence, (automated OSINT). Het gaat daarbij om systemen waarmee openbare bronnen doorzocht kunnen worden zoals sociale media, gegevens van zoekmachines, advertentiegegevens, locatiegegevens en gelekte datasets. Dat soort onderzoek mogen de inlichtingendiensten verrichten volgens de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv), mits aan een aantal criteria voldaan wordt. Dat gaat dus geregeld mis.
De geheime diensten zijn niet altijd goed genoeg op de hoogte van de bronnen die ze doorzoeken, en weten ook te weinig over de aard van de zoektools die ze gebruiken, concludeert de CTIVD. Dat betekent dat ze hun werkwijze op een aantal punten moeten aanpassen om aan de wet te voldoen. Om het werk van de inlichtingendiensten niet in de weg te zitten, wil de toezichthouder meedenken over een tijdelijke oplossing in afwachting van een structurele verandering.
De toezichthouder merkt verder op dat de wet niet berekend is op de moderne ontwikkelingen rond het openbarebronnenonderzoek. „OSINT is nadrukkelijk niet meer alleen het ‘naslaan’ van telefoonboeken of zoeken van gegevens op internet met een zoekmachine”, concludeert de CTIVD. Met de geautomatiseerde onderzoekstechnieken kunnen namelijk honderden bronnen tegelijk doorzocht worden, waardoor die ook een ernstigere inbreuk maken op de privacy. Daar moet de wetgever beter over nadenken, aldus de toezichthouder.
De CTIVD merkt ook op dat niet alleen de geheime diensten gebruik maken van tools om openbare bronnen te onderzoeken. Zo ontstond eerder ophef over onderzoek dat de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid van het ministerie van Justitie verrichte, terwijl daar te weinig juridische grondslag voor was. De ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie, waaronder de inlichtingendiensten AIVD en MIVD vallen, zouden er volgens de commissie goed aan doen om ook bij andere takken van de overheid erop aan te dringen dat het onderzoek naar openbare bronnen nog eens goed onder de loep genomen wordt.