Blair en Ahern overleggen weer over Noord–Ierland
De Britse premier Blair en zijn Ierse collega Ahern zullen woensdag in Belfast opnieuw pogen het vredesproces in Noord–Ierland op gang te brengen. Volgens de Britse zender BBC is de kans op een doorbraak niet erg groot.
Het vredesproces in Noord–Ierland, dat begon met het sluiten van de Goede Vrijdag–akoorden in 1998, ontspoorde definitief in oktober 2002. Toen werden de Noord–Ierse regering en het parlement op non–actief gezet en kwam het gebied opnieuw onder direct Brits bestuur. De directe aanleiding voor deze maatregel waren beschuldigingen dat de IRA via zijn politieke vleugel Sinn Fein in het Britse ministerie voor Noord–Ierse Zaken was geïnfiltreerd.
In september van dit jaar poogden Blair en Ahern al een akkoord te forceren, maar dit mislukte. Een van de belangrijkste thema’s is nog altijd een aantoonbare ontwapening van de katholieke IRA. Een onafhankelijke commissie van toezicht, onder aanvoering van de Canadees John de Chastelain, heeft eerder al wel bevestigd dat de IRA driemaal een deel van zijn wapenarsenaal heeft vernietigd.
Ian Paisley, leider van de protestantse Democratic Unionist Party, neemt daarmee, net als in september, geen genoegen. Hij blijft erop hameren dat hij zichtbare bewijzen op tafel wil hebben in de vorm van foto’s. Volgens Gerry Adams van Sinn Fein zal de IRA zich evenwel op dit gebied „niet willen laten vernederen".