De eersten die zondagavond natte voeten kregen waren de molenaars op de diepst geleden punten aan de riviertjes, in de dalen, zoals in Epen. „Die hebben wij als eersten benaderd”, aldus Van der Broeck. „Ook hebben we aangebeld bij naastgelegen woningen. Voor de getroffenen stonden 7000 zandzakken klaar. We begrijpen verduveld goed dat mensen nog de schrik in de benen hebben van vorig jaar. Daarom hebben we snel opgeschaald, en waren we alerter.”

De meldpunten over de waterstanden in de beken en rivieren hebben hun werk volgens de dijkgraaf goed gedaan. Voor zover hem bekend is er geen enkel meldpunt uitgevallen, wat wel eens kan gebeuren als er een boomstam tegen aan botst. Die meldpunten in de rivieren en beken registeren hoeveel water erdoorheen stroomt en hoe hoog het water staat. „We sluiten niet uit dat mogelijk ergens een meldpunt is uitgevallen, maar dan nog wordt dat gecompenseerd door de talloze andere meldpunten in de stroming.”

„We kregen meer water dan verwacht in de rivieren”, zei Van der Broeck. ’We hadden gerekend op een stijging met 10 tot 20 kuub, maar het werden er 35.” De snelle stijging zorgde voor angst bij inwoners. „Weet, dat onze incidentenwacht altijd bezet is”, stelt Van der Broeck gerust. „Dat is onze eerste verdedigingslinie. Om 18.00 uur zondagavond hebben we opgeschaald.”

Het is volgens hem moeilijk te voorspellen waar het water gaat stijgen. De wateroverlast zondag en maandag werd veroorzaakt in het naburige Belgische grensgebied. „De vraag is altijd: aan welke kant van de berg valt de bui? Valt het water omlaag richting het Geuldal, of juist richting de Roer? Dat blijft onvoorspelbaar.”

De Roer heeft rond de middag zijn hoogste punt bereikt met 100 kuub per seconde bij het grensdorpje Vlodrop. De hoogwatergolf gaat van daaruit richting Roermond, maar zal daar niet voor problemen zorgen, aldus Van der Broeck. „In juli was die afvoer 300 kuub per seconde. Dit is een andere situatie.”