Verdonk spreekt niet van gedogen
Bij het nieuwe inburgeringsstelsel is volgens minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie geen sprake van gedogen. Ze zei dinsdag dat iedereen die onder de algemene inburgeringsplicht valt, daar op enig moment aan moet voldoen. Naar schatting vallen 755.000 mensen onder deze plicht plus alle nieuwkomers van ongeveer 18.000 per jaar.
Voorrang bij de inburgering én de handhaving van de plicht straks krijgen nieuwkomers, werklozen, vrouwen en geestelijk bedienaren. Zij krijgen op een bepaald moment van hun gemeente een aanbod om in te burgeren.
Bij de paar honderdduizend anderen die ook onder de inburgeringsplicht vallen maar geen aanbod krijgen, gaat Verdonk uit van de eigen verantwoordelijkheid. Zij moeten op eigen initiatief het examen gaan doen, gestimuleerd met financiële prikkels. „Maar als zij al geïntegreerd zijn of diploma’s hebben, gaat de overheid hen niet irriteren of plagen."
Ook bij deze grote groep is de inburgeringsplicht volgens Verdonk „op een bepaald moment" te handhaven. De gemeenten krijgen de taak om een en ander uit te zoeken. Daarover is nog overleg gaande. Het gaat volgens de minister nu om een begin van de inhaalslag met inburgering. De eerste zes jaar krijgen de vier doelgroepen alle aandacht, maar daarna komen volgens de minister de anderen in beeld.
Verdonk moet haar voorstellen maandag in de Tweede Kamer verdedigen.