Verdachte drugszaak: ‘Aangezet door criminele burgerinfiltrant’
De rechtbank in Leeuwarden is gestart met de behandeling van de Friese drugszaak waarbij een criminele burgerinfiltrant is ingezet. Er staan 25 zittingsdagen gepland. Een lid van de motorclub Red Devils verscheen donderdag als eerste voor de rechter. Hij verklaart te zijn aangezet door de burgerinfiltrant, „een grote jongen”.
Bij de drugshandel zouden motorclubs Hells Angels en Red Devils betrokken zijn geweest. Volgens het OM waren er lijnen naar onder meer Finland, Ierland en Australië. Op 2 maart 2020 onderschepte de politie op de A7 bij de Duitse grens een transport van 86 pakketten speed richting Finland. Die dag waren er ook invallen bij 22 personen. Zij worden verdacht van drugshandel, witwassen, wapenbezit en deelname aan een criminele organisatie.
Operatie ‘Vidar’ begon bij Justin S. (36) uit Stiens. Hij ontmoette in januari 2018 op straat in Leeuwarden de criminele burgerinfiltrant, met codenaam A-4110, die was jarenlang actief geweest in het criminele circuit. Ze hielden contact over drugshandel. A-4110 verrichtte pseudo-aankopen en introduceerde politie-infiltranten.
S. zou betrokken zijn geweest bij meerdere coke- en speeddeals. Hij zegt te zijn aangezet door de burgerinfiltrant. Die nam het initiatief bij het eerste contact, aldus S. „Ik had nooit wat met drugs gedaan. Doe je nog wel eens wat, zei hij. Ik ben er niet op ingegaan.” Daarna zocht A-4110 steeds contact over drugshandel en sprak hij over liquidaties en boetes, aldus S. „Uiteindelijk is het hem gelukt. Hij creëerde een klimaat waar ik niet uit kon.” Daarbij was S. naar eigen zeggen, als alleenstaande vader, toen kwetsbaar. Volgens de rechter lijkt het dossier uit te wijzen dat S. goed de weg wist in het criminele circuit.
Om toegang tot de vermeende drugsbende te krijgen, zette het OM de criminele burgerinfiltrant in; een burger die met toestemming van de politie criminele activiteiten verricht. De inzet was sinds de IRT-affaire verboden. Bij de Friese zaak is er, zover bekend, voor het eerst sinds het opheffen van het verbod in 2014 weer gebruik van gemaakt. Voor een inzet moet de minister van Justitie en Veiligheid toestemming geven.
Het OM zegt dat de burgerinfiltrant volgens de regels is ingeschakeld. De advocaten vinden van niet. Het Openbaar Ministerie komt naar verwachting op 13 april met de strafeisen. Er is nog geen uitspraakdatum bekend.