Dat is volgens Het Nationale Park De Hoge Veluwe niet objectief en evenmin onafhankelijk en daarom wil het park dat „onbevooroordeelde buitenlandse wetenschappers met aantoonbare langdurige ervaring met wolven” een nieuw rapport schrijven. De Hoge Veluwe is tegenstander van de terugkeer van de wolf.

‘De wolf terug in Nederland’ is opgesteld op verzoek van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en de twaalf provincies. Het rapport dient als basis voor het nieuwe Interprovinciaal Wolvenplan, dat dit najaar verschijnt. Volgens directeur Sweder baron Van Voorst tot Voorst van De Hoge Veluwe is het rapport daarvoor helemaal niet geschikt. Dat schrijft hij woensdag in een brief aan de ministers Henk Staghouwer en Christianne van der Wal van LNV en tal van provinciebestuurders.

Van Voorst tot Voorst stelt dat cijfermateriaal in het rapport niet klopt. Zo zouden honden en vossen vier- tot dertienduizend schapen per jaar bijten, terwijl de wolf er nog geen driehonderd heeft gedood. In een uitgebreide berekening toont de parkdirecteur dat de getallen onjuist zijn gebruikt, en dat er 6.250 honden nodig zijn om net zoveel schapen te bijten als één wolf. Ook is het aantal wolven dat nu in Nederland verblijft bewust laag gehouden volgens de parkdirecteur. „Alleen al op de Veluwe lopen circa dertig wolven rond.” De wolvenliefhebbers zouden zo willen bewijzen dat er in Nederland nog ruimte genoeg is voor de wolf.

Hoewel De Hoge Veluwe hoge hekken heeft geplaatst tegen de wolf, zijn er inmiddels toch enkele moeflons gedood door het roofdier. Van Voorst tot Voorst verwacht dat alle tweehonderd moeflons komende zomer dood zijn. Het park wil meepraten over nieuw wolvenbeleid.