Amnesty: Israël onderdrukt Palestijnen met apartheidspolitiek
Amnesty International beschuldigt Israël in een nieuw rapport van het voeren van apartheidspolitiek tegen Palestijnen.
De mensenrechtenorganisatie zegt na twee jaar onderzoek dat Palestijnen in het land worden behandeld als een „ondergeschikte raciale groep”. Het rapport krijgt onder meer kritiek van de Israëlische regering en het Nederlandse Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI).
In het document van 280 pagina’s spreekt Amnesty over „systematische” onderdrukking van Palestijnen. Deze bevolkingsgroep zou onder meer voorzieningen mislopen die Joodse Israëliërs wel krijgen. Volgens de organisatie heeft Israël duizenden Palestijnen onwettig gedood en honderdduizenden Palestijnse woningen en eigendommen verwoest.
Amnesty wil onder meer dat Israël de rechten van Palestijnen garandeert en vraagt de Verenigde Naties een wapenembargo in te stellen voor het land. Het is niet de eerste keer dat een mensenrechtenorganisatie Israël beschuldigt van apartheidspolitiek. Human Rights Watch deed dit vorig jaar al, evenals de Israëlische organisatie B’Tselem.
Het CIDI noemt het rapport „ongegrond”. Amnesty zou Palestijns terrorisme vergoelijken en aanslagen op Israëlische burgers afdoen als een vrijheidsstrijd. Ook zou het rapport de bijdrage van Arabische inwoners aan de Israëlische politiek en samenleving negeren. Het centrum bekritiseert verder het brongebruik van Amnesty. Bronnen zouden slecht benoemd worden, waardoor hun onafhankelijkheid niet gecheckt kan worden.
In de aanloop naar de publicatie sprak het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken van een antisemitisch en bevooroordeeld rapport. „Israël is niet perfect, maar het is een democratie toegewijd aan internationaal recht.” Volgens de regering baseert Amnesty zich op leugens.