Rehabilitatie
In vijftien jaar tijd zijn de internationale verhoudingen volstrekt veranderd. Zozeer zelfs dat het moeite kost om je in die oude constellatie in te leven. Dat geldt zeker voor de jongere generatie, waarvoor het communisme slechts een onderdeel is van de geschiedenis.Dat neemt niet weg dat tot in de jaren tachtig de communistische dreiging reëel was en een stempel zette op ons doen en laten. De confrontatie met het communisme was er zowel ideologisch als militair. Ten aanzien van de conventionele bewapening had het Oostblok een duidelijk overwicht, dat slechts gecompenseerd werd door een evenwicht op nucleair gebied. Beide partijen waren in staat elkaar te vernietigen.
Geen wonder dat die kernwapens alom vragen opriepen. Vooral in kerkelijke kring. Was daarmee niet een grens overschreden die ook de overheid in het kader van haar zwaardmacht niet overschrijden mocht? De vredesbeweging (binnen en buiten de kerken) verwoordde deze bedenkingen op allerlei manieren.
Die ontwikkeling werd in het Oostblok positief begroet. De vredesbeweging ondermijnde immers de westerse defensiebereidheid. Om dezelfde reden werd die beweging uiterst kritisch tegemoet getreden door hen die in het communisme een groot gevaar zagen.
Zo werd het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) inzet van felle discussies. Op synodevergaderingen en daarbuiten. Waren die IKV’ers niet de nuttige idioten van wie het communisme al vaker gebruikgemaakt had in zijn opmars over de wereld? Vandaar dat als rechtse tegenhanger van het IKV het ICTO werd opgericht.
Inmiddels hebben we een completer beeld van de toenmalige werkelijkheid. In het Oostblok zijn de archieven opengegaan. Gisteren promoveerde een Nederlandse historica op de verhouding tussen het IKV en de DDR. Haar studie leverde een gevarieerd beeld op.
De communistische machthebbers in de DDR beschouwden de contacten die het IKV aanknoopte met Oost-Duitse dissidenten als een belangrijke risicofactor. IKV-secretaris Mient Jan Faber werd in Oost-Berlijn persona non grata. Men deed zijn best om hem uit te schakelen.
Sommige (gereformeerde) bestuursleden van het IKV leenden zich voor die opzet. Goede verstandhouding met de DDR ging hen boven alles. Dat betekende nog niet dat zij geheime agenten waren van de Russen, al liepen er in de kerkelijke wereld wel mensen rond die in hoge mate sympathiseerden met het communisme. Die vond men bijvoorbeeld bij Christenen voor het Socialisme. Die mensen waren echt met blindheid geslagen.
Samen met allerlei andere ontwikkelingen heeft de kerkelijke dissidentenbeweging bijgedragen aan de val van de Berlijnse Muur en de omwenteling in de DDR. Wat dat betreft moet het optreden van Faber en de zijnen positief beoordeeld worden. Hun rechtse critici hebben daar in de hitte van de strijd te weinig oog voor gehad.
Tegelijkertijd geldt dat het maar gelukkig is dat de ontwapeningspleidooien van het IKV in de westerse wereld niet gehonoreerd zijn. Ondanks massademonstraties en kerkelijke oproepen bleef het defensieapparaat intact, zodat de Russen zich koest moesten houden.