Kabinet geeft dit jaar 20 miljoen noodhulp aan Afghanistan
Het kabinet maakt dit jaar 20 miljoen euro vrij voor noodhulp aan Afghanistan. Dat zei minister Liesje Schreinemacher (Ontwikkelingssamenwerking) in de Tweede Kamer. De humanitaire situatie is in het land is extreem zorgwekkend, zei ze.
„Zonder hulp van buiten stort Afghanistan in”, aldus de bewindsvrouw. Volgens de laatste cijfers hebben zeker 24 miljoen Afghanen hulp nodig dit jaar. Schreinemacher verwacht niet dat de noodhulp op korte termijn aan het land in handen van de Taliban kan worden stopgezet.
De noodhulp gaat naar het Afghanistan Humanitarian Fund, een onderdeel van de Verenigde Naties. De radicaalislamitische Taliban nam de macht over in de zomer van vorig jaar. Daarna werden tegoeden bevroren en staakte het buitenland zijn steun. De Afghaanse economie is vervolgens volledig ingestort.
Verder overweegt het kabinet ook om financiële steun te geven aan basisdiensten zoals zorg en onderwijs. Dat is „een dilemma” voor het kabinet omdat je daarmee de Taliban ontlast. Maar het wil ook niet dat het land instort. Dan krijg je instabiliteit, migratiestromen en krijgen terroristen meer ruimte, aldus Schreinemacher.
Ze was samen met minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) in de Kamer voor een debat over toekomstige inzet en hulp aan Afghanistan. De Kamer steunt de noodhulp en kan zich vinden in het geven van andere hulp zoals aan de onderwijssector. Wel moet dat dan zo gebeuren dat de Taliban daar niet van profiteren.
Schreinemacher zei dat er strenge voorwaarden zullen gelden voor mogelijke hulp aan basisdiensten. Zo moeten meisjes en vrouwen naar school kunnen gaan, moeten de Taliban geen invloed hebben op projecten en moet er goed toezicht mogelijk zijn op de hulp.
De meeste partijen vroegen het kabinet ook om een visie voor de lange termijn voor Afghanistan. Dat komt er voor de zomer, beloofde Hoekstra. Binnenkort debatteert de Kamer ook met het kabinet over de stand van zaken rond de evacuatie van Afghanen.