OM eist 4 jaar celstraf tegen moeder ‘containerbaby’
Een 31-jarige vrouw die in 2014 haar baby zou hebben achtergelaten in een ondergrondse afvalcontainer in Amsterdam-Slotermeer, moet daarvoor wat het Openbaar Ministerie betreft vier jaar de gevangenis in. Voor de rechtbank in Amsterdam sprak de officier van justitie donderdag van een doelbewuste poging van Todisoa R. haar dochtertje van bijna een maand oud van het leven te beroven. „Het was niet de bedoeling dat de baby het zou overleven.”
Het kindje werd zondag 26 oktober 2014 rond 04.15 uur gevonden nadat een voorbijganger in de Fritz Conijnstraat huilgeluiden uit een ondergrondse vuilcontainer had horen komen. De politie wist het meisje diezelfde nacht met hulp van de brandweer levend uit de container te bevrijden.
De herkomst van de zuigeling, inmiddels zeven jaar oud en geadopteerd, bleef jarenlang onbekend, tot vorig jaar. Toen kwam de politie R. op het spoor dankzij een vingerafdruk op de tas waarin de pasgeboren baby ruim zeven jaar geleden werd aangetroffen. In mei vorig jaar werd ze door Duitsland overgeleverd aan Nederland.
R. heeft ontkend haar kind in de vuilcontainer te hebben achtergelaten. De aanklager gelooft daar niets van, bleek donderdag. Ook het door R. geschetste scenario dat ze zou zijn verkracht en dat de vader het kind zou hebben meegenomen terwijl ze sliep om haar later te vertellen dat de baby was overleden, deed de officier van justitie af als ongeloofwaardig.
Hij wees op de sterk wisselende verklaringen die de vrouw bij de politie heeft afgelegd, waaronder een bekennende. Daarin gaf de uit Madagascar afkomstige en sinds begin 2014 illegaal in Nederland verblijvende zwakbegaafde vrouw veel details prijs die tot dan toe verder niet bekend waren. Los daarvan is er een lange reeks sterke aanwijzingen „dat deze verdachte haar eigen baby letterlijk in een vuilcontainer heeft gedumpt”, zei hij. Hij noemde het „een gedachte waarbij ieder weldenkend mens huivert”.
De officier van justitie wees de rechtbank er verder op dat de in de rechtszaal regelmatig huilende verdachte tijdens acht politieverhoren nooit een spoor van emotie vertoonde. Hij noemde haar gedrag op onderdelen „berekenend”.
De raadsman van R. vroeg de rechtbank haar vrij te spreken. Volgens hem kan niet worden geconcludeerd dat de vrouw haar kind heeft achtergelaten.
De rechtbank doet 10 februari uitspraak.