Intel sloot het slotkwartaal van 2021 af met een winst van 4,6 miljard dollar (4,1 miljard euro). Dat was een jaar eerder nog 5,9 miljard dollar. De omzet van de onderneming steeg van krap 20 miljard dollar naar 20,5 miljard dollar. Dat kwam vooral door de grote vraag naar chips.

Intel-baas Pat Gelsinger had eerder al aangegeven dat hij een lagere winst voorzag. Hij wil met zijn chipproductie onder andere minder afhankelijk worden van Azië. Onder beleggers leeft de vrees dat het omgooien van de organisatie ten koste gaat van de financiële prestaties. Intel wil onder andere een nieuwe chipfabriek openen in Ohio. Daarmee is zeker 20 miljard dollar gemoeid.

Ook wil Gelsinger meer chipproductie in Europa. Hij staat nu circa een jaar aan het roer bij Intel. Dat betekent in de bedrijfsvoering dat hij nog veel te maken heeft met producten en strategieën die door zijn voorgangers zijn geïnitieerd. Investeerders willen evenwel nu al bewijs zien dat de initiatieven van Gelsinger helpen om marktaandeel terug te winnen en de mindere verkopen een boost te geven.

Gelsinger heeft al eerder gezegd dat Intel nu vooral zal investeren. Daarmee geeft het bedrijf minder prioriteit aan financiële resultaten op korte termijn. De brutomarge zal de komende twee jaar 51 en 53 procent bedragen om daarna weer te stijgen naar de gebruikelijke 60 tot 65 procent, aldus Intel.

Verder kampt Intel met concurrentiedruk bij datacenters. Daar heeft Intel duidelijk last van concurrenten als Amazon, AWS en Microsoft. Bedrijven als Amazon en Microsoft hebben hun eigen chips ontwikkeld om hun afhankelijkheid van externe leveranciers te verminderen.