Tegen een 21-jarige Rotterdammer is een celstraf van 15 maanden waarvan drie maanden voorwaardelijk geëist, wegens onder meer een poging tot zware mishandeling. Hij zou stenen hebben gegooid naar agenten. Verder wordt hem openlijk geweld verweten door het schoppen tegen en gooien van voorwerpen naar twee politieauto’s en een toezichtcamera. Daarnaast zou hij een of meer barricades hebben opgeworpen. De man moet als het aan het OM ligt ook een schadevergoeding van 25.500 euro betalen en een een gebiedsverbod voor het centrum van de stad voor 2 jaar krijgen.

Tegen een 30-jarige Hagenaar is een celstraf van een jaar waarvan drie maanden voorwaardelijk geëist vanwege openlijk geweld. Hij zou drie politieauto’s hebben bekogeld met tafelbladen, een fiets en een brandblusser. Die voorwerpen gooide hij tegen of door de ruiten van die auto’s. Ook trapte hij tegen een portier van een politiewagen. Naast een celstraf eiste het OM ook een gebiedsverbod voor het centrum van Rotterdam van 2 jaar en een betaling van 20.000 euro om de schade aan de politievoertuigen te vergoeden.

Enkele relschoppers die verdacht werden van minder zware vergrijpen moesten zich eerder al voor de politierechter verantwoorden. Zij kregen celstraffen tot enkele maanden en sommigen ook een gebiedsverbod voor het centrum van de stad.

De demonstratie tegen het coronabeleid liep op die novemberavond uit in ernstige gewelddadigheden tegen de politie, brandweer en hulpverleners. De politie werd in het nauw gedreven en vuurde meerdere schoten af, waarbij vijf gewonden vielen door kogels. Het onderzoek van de Rijksrecherche naar de toedracht van het gebruik van vuurwapens door de politie loopt nog.

Donderdag moeten de volgende vier verdachten zich melden bij de Rotterdamse rechtbank. De rechtbank doet op 10 februari uitspraak in de eerste twee zaken. In totaal verrichtte de politie 73 aanhoudingen.