Column: Leren van misbruikverhalen
Het zal u niet ontgaan zijn dat Nederland massaal boos is. Boos na de uitzending van het gelijknamige programma van BNNVARA vorige week. Hierin werden vermeende misstanden bij een televisieshow aan de kaak gesteld. Uit onderzoeksjournalistiek blijkt dat er diverse aanwijzingen zijn voor seksuele intimidatie en misbruik bij jonge meiden.
De vermeende daders worden op dit moment aan de schandpaal genageld. Namen die enkele jaren geleden als grote sterren golden, worden nu in de media verguisd.
Het is verleidelijk om hierin mee te gaan, mogelijk voorzien van kritische opmerkingen over de setting waarin het kon plaatsvinden. Maar het is de vraag hoeveel dit helpt. Wie het nieuws goed volgt, weet dat het zich helaas niet beperkt tot de showbizz. Seksueel misbruik is dichterbij dan je denkt. De slachtoffers zijn het meest geholpen als wij er met elkaar lessen uit trekken.
Ik hoorde een interview met iemand die de betrokkenen kende. Van twee personen kon hij zich nog iets voorstellen bij de aanklacht. Bij de derde persoon was dit niet het geval. Hij vertrouwde hem volledig. Dit was het laatste wat hij had verwacht. En dat is een gegeven dat ik veel vaker ben tegengekomen.
Er zijn signalen dat orthodoxe christenen juist op dit gebied extra risico lopen. Jaren geleden verscheen het bekende onderzoek met de titel ”De mantel der liefde”. In dit onderzoek wordt geconstateerd dat in de reformatorische wereld daders soms te veel worden vertrouwd.
Ik sprak ooit met iemand over een andere slepende zaak in de christelijke wereld. Ik merkte een vergelijkbare houding als in het bovengenoemde interview. Mijn gesprekspartner kende de vermeende dader veel te goed om dit te kunnen geloven. „Ze willen gewoon van hem af.” Er was een soort complotgedachte ontstaan. En dit terwijl de onderzochte feiten geen enkele ruimte lieten voor zijn opvatting. Mijn gesprek hierover mocht helaas niet baten.
Psychologisch gezien is dit mechanisme niet zo vreemd. Deze ontkenning kan ook optreden nadat iemand totaal onverwacht de boodschap krijgt van een ernstige ziekte. Of als iemand plotsklaps uit het leven is weggerukt. Het klopt eenvoudigweg niet met het beeld dat wij hadden van de werkelijkheid. Maar het is gevaarlijk. Vertrouwen en een hoopvolle instelling zijn iets moois. Maar bij seksueel misbruik kan dit zomaar heel verkeerd uitpakken. Dan blijkt ons vertrouwen misplaatst geweest te zijn.
Te vaak wordt nog gedacht dat het aanspreken van de dader –met een mogelijke belofte– voldoende is om dit te stoppen. Maar het onderzoek op dit gebied is duidelijk. Daders hebben goede en professionele begeleiding nodig om vrij te komen van dit schadelijke gedrag.
We hoeven hen niet te haten of uit de gemeenschap te stoten. Maar als we echt met hen begaan zijn, helpen wij hen met het zoeken van de juiste hulp. We blijven hen liefhebben en zijn juist daarom vasthoudend, in de overtuiging dat dit destructieve gedrag moet stoppen. We stimuleren daders in het nemen van hun volledige verantwoordelijkheid. En daders die echt verandering willen, nemen deze. Ten volle!
Niemand is erbij gebaat als dergelijke gebeurtenissen zorgen voor een cultuur van wantrouwen. Maar een scheutje meer calvinisme zou hier heilzaam zijn. Ik bedoel het besef dat het hier niet om een enkele slechterik gaat, maar dat in ieder mens de neiging tot het kwade ligt. Ook in diegene met aanzien of een goede reputatie. En dat er daarom voorzorgsmaatregelen nodig zijn. Dat er een cultuur nodig is waarin we elkaar kritische vragen kunnen stellen en de macht niet bij één persoon ligt. Dat we met elkaar blijven nadenken over het vormgeven van een veilige omgeving. En hierin vooral ook vrouwen laten meedenken. Dat we werken aan een klimaat waarin risicogedrag snel gaat opvallen.
De pijn van misbruik is enorm en de littekens blijven levenslang. Maar liefst een derde van de Nederlandse vrouwen leeft met de pijnlijke ervaringen van seksueel geweld. Als we als christenen op dit terrein naïef of goedgelovig zijn, laden wij hiermee verantwoordelijkheid op onze schouders.
De auteur is docent en contextueel therapeut.