Filipijnen vragen om hulp na noodweer
De Filipijnen hebben zondag om internationale hulp gevraagd bij de wederopbouw van dorpen die de afgelopen week zijn verwoest door een tropische storm en een tyfoon. Het noodweer, dat het oosten van het land trof, heeft waarschijnlijk aan meer dan elfhonderd mensen het leven gekost. Er zijn tot nu toe 566 lichamen geborgen, maar 546 mensen worden nog vermist.
Een groot aantal landen en organisaties, zoals de Europese Unie, Japan, Australië, de Verenigde Staten en de Verenigde Naties, hebben al hulp geboden in de vorm van geld of goederen. De Amerikaanse ambassadeur Francis Riccardione, die zondag een bezoek bracht aan het getroffen gebied, zei dat de verwoesting nog groter was dan hij had verwacht. Het Internationale Rode Kruis probeert 1,3 miljoen euro bijeen te krijgen om hulpgoederen te kunnen aanschaffen.
President Gloria Macapagal Arroyo verbood zaterdag de houtkap in het getroffen gebied en zei dat illegale houthakkers vervolgd zullen worden als zware misdadigers. Vooral aardverschuivingen die door de stormen op gang kwamen hebben veel schade aangericht. Die aardverschuivingen zijn volgens velen te wijten aan de ontbossing in het gebied als gevolg van jarenlange illegale houtkap.