Dat heeft de Russische president Vladimir Poetin gezegd op de tweede dag van zijn staatsbezoek aan Turkije maandag. ‘Alleen de bevolking van een land, en daarmee bedoel ik zeker Oekrane, kan over haar eigen lot beslissen’, zei Poetin op een persconferentie na een gesprek met de Turkse president Ahmet Necdet Sezer. Zonder het Westen bij naam te noemen, leek Poetin duidelijk te wijzen op de bemiddelingspogingen die Westerse gezanten als EU–buitenlandcordinator Javier Solana en de presidenten van Polen en Litouwen, Aleksander Kwasniewski en Valdas Adamkus, in Oekrane hebben gedaan. ‘Iemand kan de rol van bemiddelaar spelen, maar hij moet zich niet de kwestie gaan mengen en druk uitoefenen’, zei hij. ‘Als we in de staten van de voormalige Sovjet–Unie steeds maar weer gaan toestaan dat bestaande wetten worden omgebogen om te passen in een situatie of bij de wensen van een bepaalde politieke groep, dan komt er geen stabiliteit, maar zal deze grote en erg belangrijke regio in de wereld gedestabiliseerd raken’, waarschuwde Poetin. De Russische president ontkende dat Rusland zich mengt in de interne aangelegenheden van Oekrane, waar westerse landen het van beschuldigen. Hij zei dat Rusland zich zelfs ‘absoluut correct’ heeft opgesteld in de politieke crisis in Oekrane. Hij betichtte het Westen er juist van een scheidslijn te willen aanbrengen in Europa, tussen landen die in zijn politieke straatje passen en landen die daar niet in passen. ‘Ik wil Europa niet zoals ooit Duitsland, verdelen in westerlingen en oosterlingen, in eerste– en tweedeklas mensen, waar de eersteklas mensen de mogelijkheid krijgen te leven volgens democratische wetten en waar de tweede klas bestaat uit, metaforisch gesteld, mensen met een andere politieke huidskleur’, zei Poetin. Hij zei te vrezen dat de tweedeklas mensen vervolgens te maken krijgen met ‘de aardige doch strenge man met de helm die hen zal tonen onder welk politiek systeem zij moeten leven. En als, God verhoede het, zij dat weigeren, dan worden zij gestraft met raketten en bommen, zoals het geval was in Belgrado.’ Poetin refereerde daarmee aan de bombardementscampagne van de NAVO op Joegoslavië in 1999. Rusland, een bondgenoot van Joegoslavië, was woedend over de bombardementen, die een einde maakten aan een Servisch offensief tegen etnisch Albanese rebellen in Kosovo. Een woordvoerder van de Europese Unie in Brussel zei in reactie op de woorden van Poetin dat de EU helemaal geen ruzie wil over Oekrane en ontkende ten zeerste dat de unie zich onjuist opstelt in de crisis in dat land. ‘We mengen ons niet in interne aangelegenheden in Oekrane en de verkiezingswaarnemers van de OVSE waren er uitgenodigd. We dachten hulp te kunnen bieden en de crisis tot een goed einde te kunnen brengen. We hebben niet een van de kandidaten voorgetrokken. We zijn alleen voor een vrij en eerlijk verkiezingsproces’, aldus EU–woordvoerder Emma Udwin.