Slachtoffers van oorlog met Japan voor rechtbank om vergoeding
De Stichting Japanse Ereschulden, een belangenorganisatie van slachtoffers van de oorlog met Japan, eist maandag voor de rechtbank in Den Haag een vergoeding voor oorlogsschade van de Nederlandse staat. De stichting doet dat samen met vijftien individuelen, slachtoffers en nabestaanden.
Van Japan zelf denken de eisers niks meer te kunnen verwachten, omdat Nederland de rechten van de slachtoffers zou hebben afgekocht in twee verdragen, het Vredesverdrag van San Francisco uit 1951 en het Stikker-Yoshida Protocol uit 1956. Japan heeft daar ook vaak op gewezen. De Nederlandse staat moet er in de ogen van de stichting daarom nu eindelijk eens zelf voor opdraaien.
De stichting heeft in de loop der jaren processen en acties gevoerd, maar nog steeds niet het door haar beoogde resultaat bereikt, een afdoende vergoeding. Aan veel van de slachtoffers van de Japanse bezetting van het toenmalige Nederlands-Indië is fysieke en geestelijke schade toegebracht, stelt de stichting. Ook zijn huizen en andere bezittingen van slachtoffers van de bezetting vernietigd.
De Stichting Japanse Ereschulden werd bijna 32 jaar geleden opgericht om genoegdoening te krijgen van de vroegere vijand. Dat was in aanloop van een vooraf al veelbesproken staatsbezoek van de toenmalige koningin Beatrix aan het land, ruim een jaar later. De kwestie kreeg veel belangstelling en er kwamen tienduizenden schadeclaims binnen.