Brussel ziet concurrentiezorgen op markt van slimme apparaten
Bij de Europese Commissie leven zorgen over mogelijke concurrentievervalsing met het ‘internet of things’ (IoT), oftewel het totaal aan apparaten die online zijn verbonden. Dat maakt het dagelijks bestuur van de Europese Unie bekend na onderzoek dat in de zomer van 2020 begon. Volgens Brussel kunnen grote spelers hun machtspositie misbruiken en concurrenten buitenspel zetten. Daarnaast leven er zorgen over de vele data die via slimme apparaten in handen komen van techbedrijven.
Tijdens het onderzoek heeft de Commissie informatie verzameld van meer dan tweehonderd bedrijven die actief zijn op de markten voor IoT-producten en -diensten voor consumenten. Het gaat naast Europese bedrijven ook om spelers in de Verenigde Staten en Azië. Het onderzoek draaide onder meer om fitnesstrackers en slimme polshorloges, smart-tv’s en slimme speakers. Daarnaast doken de onderzoekers in streamingdiensten voor muziek en video die via slimme apparatuur wordt aangeboden.
EU-commissaris Margrethe Vestager, die belast is met mededinging, wijst erop dat de markt voor IoT lastig te betreden is. Daarnaast leven er bij haar zorgen over de toegang tot gegevens en exclusiviteitspraktijken. Ze hoopt dat bedrijven die het betreft proactief op de bezwaren ingaan.
Het eindoordeel van het onderzoek komt in grote lijnen overeen met de vorig jaar gepubliceerde voorlopige resultaten. De conclusies van het onderzoek worden gebruikt als leidraad voor toekomstige handhavings- en reguleringsactiviteiten. Ook worden ze onderdeel van de digitale strategie van Brussel.
Via het IoT kunnen onder andere huishoudelijke apparaten als koelkasten via spraakassistenten of via een mobieltje worden aangestuurd. Grote Amerikaanse techbedrijven als Google, Apple en Amazon bieden al veel van dit soort producten aan.