Complotdenker stemt vooral extreemrechts
Zeker in coronatijd duiken ze nogal eens op: samenzweringstheorieën. Onderzoek wijst uit dat gevoeligheid voor dergelijke complotten samenhangt met een politieke voorkeur: voor extreemlinkse of extreemrechtse partijen.
Dat juist die groepen mensen complottheorieën aanhangen is niet zo gek, reageert André Krouwel, politicoloog bij de Vrije Universiteit en betrokken bij het onderzoek. „Extremisten, zowel rechts als links, ervaren de wereld als bedreigend. Zij vinden het belangrijk dat de maatschappij eruitziet zoals zij dat willen. Naarmate iemand extremer denkt, wijkt de wereld meer af van hun ideaal en lijkt ze complexer. Dat levert stress op, die er toe leidt dat extremisten anderen eerder zien als vijand.”
Aan het onderzoek, waarvan de resultaten in het toonaangevende tijdschrift Nature werden gepubliceerd, deden ruim 100.000 mensen uit 26 verschillende landen mee. Het is het eerste grote onderzoek naar het verband tussen politieke oriëntatie en complotmentaliteit: de mate waarin iemand geneigd is in complottheorieën te geloven.
Zowel aanhangers van extreemrechts als van extreemlinks zijn vatbaar voor samenzweringstheorieën. Toch betreft het in Nederland –net als in de rest van West-Europa– met name de rechtsextremistische groep die zich tot complotten wendt. Dat is opvallend, vindt Krouwel. „De wereld is al veel meer ingericht zoals rechtse mensen dat willen: veel landen zijn kapitalistisch. Mogelijk heeft het met een superioriteitsgevoel van extreemrechts te maken. Mensen die links zijn, hameren erop dat iedereen gelijk is en zijn voor een inclusieve samenleving. ‘Rechts’ ziet zichzelf als superieur. Dat draagt enorm bij aan het vijanddenken.”
SGP
Ongeveer 19 procent van de Nederlanders stemt op een populistische partij, bleek uit eerder onderzoek. Forum voor Democratie (FVD) van Thierry Baudet kan op een deel van deze stemmen rekenen. Maar zijn partij is lang niet de enige die in trek is bij mensen die gevoelig zijn voor complotdenken. Ook onder de achterban van de SGP zijn verhoudingsgewijs veel complotdenkers te vinden, zegt Krouwel. „Bijvoorbeeld theorieën dat de pers de bevolking indoctrineert met linkse ideeën, of dat mensen op scholen homo worden gemaakt. Opvallend, want in 2013 zagen we nog dat het christendom juist een buffer was tegen samenzweringsgeloof.”
Een verklaring zoekt de politicoloog in de verschillende koersen die de SGP en de ChristenUnie zijn gaan varen. „De CU heeft zich geopend naar de ‘vrolijke’ kerken en immigranten, terwijl de SGP veel meer zijn eigen traditionele achterban behield. De mensen die achterblijven, voelen zich meer bedreigd en worden radicaler.”
Fakkel
De houding van de SGP is wel een totaal andere dan die van de FVD, signaleert de onderzoeker. „De SGP heeft bij ons zijn zorgen over de denkbeelden van zijn achterban geuit. Baudet zwengelt complotdenken juist aan. Hij radicaliseert zijn groep heel bewust. Daarmee ondermijnt hij de rechtsstaat.”
Onschuldig is het extreemrechtse complotdenken zeker niet. In kringen achter Baudet zijn WhatsApp-groepen actief waarin geweld wordt gepromoot. Recent stond er een man met een fakkel voor de deur bij minister Kaag, mensen gaan dag en nacht de straat op om te demonstreren voor hun standpunten. Maar de schade ontstaat volgens de hoogleraar ook op veel kleinere schaal. „Onderzoek heeft aangetoond dat mensen door het aanhangen van complottheorieën snel in de problemen terechtkomen, ook financieel. Sommigen krijgen een strafblad. Vaak valt een sociaal netwerk weg en vereenzamen deze mensen.”
Complotten duiken vooral op in tijden van crisis. Kunnen mensen dit gedachtegoed makkelijk loslaten als de crisis voorbij is?
„We weten dat gevoeligheid voor complotten een ”mindset” is. Extremist zijn is een persoonlijkheidskenmerk. Het is niet zo makkelijk dat uit iemand te halen. Vergelijk het met iemand die in een sekte zit, die kan daar ook niet zomaar uit. Dit denken is niet weg als de pandemie voorbij is.”
Hoe kun je het beste omgaan met iemand die zich aangetrokken voelt tot complotten?
„Vooral veel met deze persoon praten. Vraag waar hij of zij de bedreiging ziet. Toon empathie voor de angst die wordt ervaren, maar maak ook duidelijk wat de schade is voor hem of haar persoonlijk. Als je begrip voor deze mensen opbrengt, zijn ze eerder geneigd naar iemand buiten hun bubbel te luisteren.”