Kabinet: term ‘aanwijzing’ niet meer gebruiken over asielopvang
Het vorige kabinet heeft voor „onduidelijkheid en onrust” gezorgd door eind vorig jaar tegen gemeenten te spreken over een „aanwijzing” voor het creëren van opvangplekken voor asielzoekers. Dat erkennen staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) en minister Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken), in antwoord op Kamervragen van Pieter Omtzigt en SP’er Jasper van Dijk. De twee bewindslieden zeggen de term in de toekomst niet meer zo te zullen gebruiken.
Door de term aanwijzing te gebruiken ontstond bij de gemeenten die werden aangewezen om opvangplekken te creëren, het idee dat het hier niet om een vrijblijvend verzoek ging. Ook in de Tweede Kamer leefde die indruk.
Volgens Van der Burg en Bruins Slot is er in de brieven aan de gemeenten „niet gesteld dat er in de nationale wetgeving, die van toepassing is op gemeenten, een grondslag aanwezig is voor een juridisch bindende aanwijzing”. Tegelijkertijd erkennen ze dat „niet expliciet is gemaakt” dat die grondslag niet bestaat.
De twee bewindslieden schrijven dat „duidelijk is geworden dat de term aanwijzing in deze situatie voor onduidelijkheid en onrust heeft gezorgd. Het kabinet betreurt dat. Daarom wil het kabinet de term ‘aanwijzing’ in een situatie zoals deze niet meer op deze wijze gebruiken”.
Van Dijk vindt dat de voorgangers van Van der Burg en Bruins Slot „gemeenten een rad voor de ogen hebben gedraaid. Het waren niet meer dan schijnbevelen”. De SP’er blijft kritisch. „Wij kennen geen precedent van een dergelijke schaamteloze werkwijze. Het leed wordt nu betreurd, toch is het gevaar nog niet geweken. Want in het regeerakkoord van Rutte IV staat dat aanwijzingen vaker gegeven zullen worden.”
Omtzigt en Van Dijk hadden de bewindslieden gevraagd of voormalig staatssecretaris Ankie Broekers-Knol de brieven had gestuurd „wetende dat daardoor de grondwet werd geschonden” en zij daarmee een ambtsmisdrijf pleegde.
Van der Burg en Bruins Slot hebben „zelf geen aanleiding om te veronderstellen dat er sprake is van schending” van artikel 355 van het wetboek van strafrecht, dat over ambtsmisdrijven gaat.