Hersteld hervormd Tholen mag klok luiden, maar niet te hard
Hoe hard mag de –eventuele– luidklok van de hersteld hervormde gemeente (hhg) in Tholen gaan klinken? De hhg verschilde daarover van mening met het gemeentebestuur van de Zeeuwse plaats. Woensdagmorgen deed de Raad van State een einduitspraak in de kwestie. Vijf vragen.
Wat speelde er ook alweer in Tholen?
Na een lange periode van onzekerheid kon de hersteld hervormde gemeente op 24 februari vorig jaar een nieuw kerkgebouw, De Levensbron, in gebruik nemen. Tot die tijd kwam ze samen in het Calvijn College in Tholen.
De gemeente Tholen verleende in februari 2019 een vergunning voor de bouw van de kerk aan de Grindweg. In die vergunning was echter de voorwaarde opgenomen dat het klokgelui aan de landelijke normen voor een rustige woonwijk moest voldoen. „Met deze normen zou het klokgelui maar bij zes woningen in de buurt te horen zijn”, aldus ouderling-kerkvoogd Theo Hakvoort vorig jaar.
De kerkvoogdij stapte daarom naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant, in Middelburg. Die stelde de hhg enerzijds in het gelijk, maar vernietigde tegelijkertijd –in januari 2020– de omgevingsvergunning. Zowel de kerkelijke gemeente als de gemeente Tholen ging tegen de uitspraak in beroep bij de Raad van State (RvS) in Den Haag. De bouw van de kerk kon vervolgens wel doorgaan, maar over het aantal decibellen dat de luidklok mocht gaan produceren, werden de hhg en het gemeentebestuur het niet eens.
Op 28 april vorig jaar deed de Raad van State een zogenoemde tussenuitspraak in de kwestie. In de woorden van de RvS zelf: „Zij oordeelde dat het gemeentebestuur in de vergunning wel een voorschrift mag opnemen over het klokgelui, maar dat het voorschrift dat nu in de vergunning staat geen duidelijkheid geeft over de geluidsnormen waaraan de hersteld hervormde gemeente moet voldoen. Dat is in strijd met de rechtszekerheid.”
De Raad van State droeg het gemeentebestuur daarom op een nieuw geluidsvoorschrift op te stellen. Daarbij adviseerde de RvS het college om te kijken naar artikel 2.17 van het zogenoemde Activiteitenbesluit milieubeheer, „omdat hieruit blijkt wanneer naar in brede kring aanvaarde maatstaven gesproken kan worden van geluidsoverlast.”
Dat heeft het gemeentebestuur in oktober gedaan. „De hersteld hervormde gemeente heeft tegen dit zogenoemde herstelbesluit geen zienswijze ingediend”, aldus de RvS.
Woensdagmorgen deed de afdeling bestuursrechtspraak van de raad einduitspraak in de zaak.
En?
Kort gezegd: de hersteld hervormde gemeente dient, áls ze een luidklok krijgt, hierbij de grenzen in acht te nemen die de gemeente Tholen in oktober heeft vastgesteld. Uit het feit dat de hhg hier geen ”zienswijze” tegen heeft ingediend, leidt de RvS af dat de kerkelijke gemeente „daartegen geen bezwaren heeft.”
Uit de einduitspraak blijkt verder dat de omgevingsvergunning die de gemeente Tholen destijds verleende nu toch definitief is, zij het met een aanpassing van de passage over het gebruik van de luidklok daarin.
Klokgelui lijkt vaker een probleem te worden.
Dat klopt, al is het dat veel vaker ook niet. Bekend is de commotie rond de Tilburgse pastoor Harm Schilder, in de jaren 2007 tot 2010. Uiteindelijk bepaalde de gemeente Tilburg dat het volume van de klokken van de Margarita Mariakerk niet harder dan 80 decibel mocht worden. De pastoor ging tot de Raad van State in beroep, maar werd in juli 2011 definitief in het ongelijk gesteld. Rond de Sint-Martinuskerk in Voorburg speelde vorig jaar een enigszins vergelijkbare kwestie.
Ook in bijvoorbeeld Duitsland roepen (vroeg) luidende kerkklokken weleens klachten op. In oktober 2021 deed een inwoner van Usingen-Merzhausen (in de deelstaat Hessen) echter tevergeefs een beroep op de rechtbank in Frankfurt am Main: ook in een seculiere omgeving dient het klokgelui getolereerd te worden, oordeelde deze. De geluidsnormen waren volgens de rechter ook niet overschreden.
Overigens hebben tal van kerken in Nederland géén luidklok. De gereformeerde gemeente Utrecht besloot haar in 2019 geopende kerkgebouw, de Nieuwe Westerkerk in Leidsche Rijn, geen klok te geven. „Van deze investering is afgezien vanwege de kosten, maar ook vanwege mogelijke gevoeligheid bij wijkbewoners”, aldus ds. W. Harinck destijds.
Maar we kennen in Nederland toch godsdienstvrijheid?
Zeker. Maar, schreef de Raad van State in haar tussenuitspraak in de zaak-Tholen: „excessief religieus klokgelui” valt daar niet onder. „Onder excessief klokgelui wordt verstaan klokgelui dat vanwege de duur, het geluidsniveau of het tijdstip redelijkerwijs niet meer als uitoefening van een door artikel 6 van de Grondwet beschermde handeling kan worden gezien.” Daar komt volgens de RvS bij dat „een bestaande situatie, waarin reeds een kerk met klok bestemd of aanwezig is, onderscheiden dient te worden van een nieuwe situatie, waarin het gaat om een nieuw te bouwen kerkgebouw.”
Hoe reageert de hersteld hervormde gemeente in Tholen op de uitspraak van de Raad van State?
Theo Hakvoort, woensdagmorgen: „We zijn blij met deze uitspraak. Waarbij het voor ons het belangrijkst is dat de omgevingsvergunning nu definitief is. Want we konden onze kerk wel bouwen, maar eigenlijk nog zonder definitieve vergunning. Die ligt er nu wel.”
Of er nu ook een luidklok kómt, kan Hakvoort nog niet zeggen. „De basis ligt er nu, en in de toren is ruimte vrijgehouden voor een luidklok. Vanuit de omgeving van de kerk zijn verder ook geen reacties binnengekomen op het besluit van de gemeente Tholen. We weten nu, met de richtlijnen die de gemeente heeft vastgesteld, waar we aan toe zijn, en dat is voor ons het belangrijkste.”