Reformatorische jongeren dubben tussen twee werelden
Een refo-wereld en een wereld buiten de eigen kring. Reformatorische jongeren leven in beide, en vinden dat vaak lastig. De school kan daarbij helpen, meer nog wel dan nu reeds gebeurt.
Die conclusie trekken twee studenten van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) uit onderzoek dat ze deden voor een lectoraat van hun school. Het steunpunt sociaal domein van een gemeente in de Gelderse Vallei heeft het lectoraat ”Informele netwerken en laatmoderniteit” gevraagd te onderzoeken hoe de dienstverlening kan worden verbeterd.
Knelpunt is de aansluiting bij de grote reformatorische bevolkingsgroep. „Ouders kloppen bij het sociaal domein aan als bijvoorbeeld hun kinderen zich afzetten tegen de waarden en normen die ze thuis meekrijgen”, zeggen Eline van Dam (21) en Bidhya van Harten (26). „Een gesprek over opvoedingsvragen luistert heel nauw. Reformatorische ouders vinden vaak onvoldoende aansluiting bij de hulpverleners en vragen een doorverwijzing naar een instelling van hun eigen richting. De burgerlijke gemeente ziet echter graag dat het sociaal domein de mensen zelf kan helpen.”
De CHE bekijkt nu hoe de aansluiting kan worden verbeterd. De beide studentes reiken daarvoor bouwstenen aan, nadat ze zich verdiepten in de leefwereld van reformatorische jongeren in de leeftijd van 16 tot 18 jaar. Ze deden literatuuronderzoek en gingen in gesprek met tien jongeren uit de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.
Bodegraven-Reeuwijk?
Eline: „Ja, dat was om praktische redenen. Ik woon daar zelf en ken deze jongeren. Het ging ons niet om specifiek onderzoek naar de leefwereld van jongeren uit de Gelderse Vallei, maar meer in het algemeen hoe reformatorische jongeren leven en denken.”
Wat bleek uit de gesprekken die jullie voerden?
„Reformatorische jongeren zijn echt met levensvragen bezig: wat is goed, wat is kwaad, en word ik wel zalig? Ze denken goed na over hun waarden en normen en of ze in de reformatorische kring willen blijven. Deze jongeren zien hun eigen omgeving en hun contacten in niet-christelijke kring echt als twee verschillende werelden. Ze vinden het moeilijk ”nee” te zeggen als niet-christelijke vrienden hen bijvoorbeeld meevragen naar een feestje. Ze gaan dan vaak wel mee. Ze vinden het lastig staande te blijven en zouden beter voorbereid willen worden.”
Begeleide confrontatie, die is er op hun school toch al?
„De tien jongeren die we spraken, zaten of zitten op het Driestar College. Sommigen zijn al naar een vervolgopleiding gegaan, zoals het Hoornbeeck College. Bij de begeleide confrontatie hoorden ze veel over het staan als christen in de samenleving, maar ze hadden nog wel meer willen horen vanuit de denkwereld van niet-christelijke mensen zelf.”
Bidhya, die zelf tot de evangelische gemeente Mozaïek in Veenendaal behoort, noemt het onderzoek „heel leerzaam.” „Jongeren hebben grote behoefte aan oprechtheid en openheid bij hun opvoeders. Docenten zouden hen moeten stimuleren tot kritisch nadenken. Overigens moeten we de rol van leraren niet overschatten. De invloed van ouders is groter, ook bij 16- tot 18-jarigen nog steeds. Ook kerkelijke gezagsdragers hebben grote invloed.”
Zijn het conclusies die jullie verwachtten?
Eline: „Ik verwachtte dat de jongeren negatiever tegen de reformatorische wereld zouden aankijken, maar dat viel erg mee. Ze zijn loyaal, ook al weten sommigen van hen nog niet of ze later wel naar een reformatorische kerk blijven gaan. Zij zijn nog zoekende. Wat ons opviel, is dat het voorbeeldgedrag van de opvoeders zo belangrijk blijkt te zijn.”