Doorrekening coalitieakkoord: staatsschuld door de kantlijn
Bedoeld of onbedoeld: het is een sprekende illustratie van de miljardenuitgaven die de coalitie voor ogen heeft. Het balkje dat aangeeft hoe ver de staatsschuld oploopt in 2060 past niet binnen de kantlijn.
Op het bewuste A4’tje van het rapport maakt het Centraal Planbureau (CPB) inzichtelijk wat de economische gevolgen zijn van de plannen van de nieuwe regering. Met de tot over de kantlijn doorlopende staafdiagram laten de rekenmeesters zien dat de staatsschuld op lange termijn stevig oploopt, tot wel 92 procent van de omvang van de economie.
Dat is het directe gevolg van de plannen van de nieuwe regering, blijkt uit het balkje erboven. Als er geen extra miljardenuitgaven door de coalitie zouden zijn aangekondigd, zou de staatsschuld in 2060 uitkomen op 28 procent van de omvang van de economie.
De financiële doorrekening van het regeerakkoord is alsnog voor aanvang van het debat over de regeringsverklaring gepubliceerd. Daar was even onduidelijkheid over, omdat de coalitiepartijen het akkoord niet hadden laten doorrekenen voordat ze het eind december presenteerden. Dat is in de regel het gebruikelijke moment.
De doorrekening van het planbureau laat verder zien dat de regering in 2025 voor ruim 26 miljard euro extra uitgaven wil doen ten opzichte van wat al door vorige kabinetten in de boeken is gezet. De extra uitgaven zorgen ervoor dat de economie de komende jaren harder gaat groeien dan waar beleidsmakers tot nog toe van uitgingen; gemiddeld zo’n 2,4 procent per jaar. Zonder coalitieakkoord zou de groei uitkomen op 2 procent.
Wat koopkracht betreft gaan eenverdieners er deze kabinetsperiode ieder jaar 0,2 procent op achteruit. Tweeverdieners en alleenstaanden gaan er niets op vooruit of achteruit. Het planbureau heeft, voor zo ver mogelijk, rekening gehouden met de stijgende prijzen. Onder andere de hoge energieprijs raakt menig consument hard in zijn portemonnee.
Veruit de meest opvallende uitkomst is de fors stijgende staatsschuld op de lange termijn. Tot 2025 blijft Nederland onder de Europese tekortnorm van 60 procent, maar als de rekenmeesters verder vooruitblikken raakt die grens steeds meer uit zicht.
Dat komt met name door de forse uitgaven van de nieuwe regeringsploeg. Om de klimaatdoelstellingen te gaan halen, kondigde de coalitie aan dat klimaatminister Jetten een fonds van 35 miljard euro tot zijn beschikking heeft. Stikstofminister Van der Wal kan aan de slag met een fonds van 25 miljard euro. Ook op het gebied van onderwijs heeft de coalitie dure maatregelen genomen, zoals het afschaffen van het leenstelsel en het verhogen van de salarissen van basisschoolleraren.
Bezorgd
„Wij kijken echt wel bezorgd naar de oplopende staatsschuld”, reageert SGP-Kamerlid Chris Stoffer. „De eerstkomende paar jaar voldoen we nog aan de Europese norm, maar op de lange termijn ziet het er belabberd uit. De schulden die de overheid nu maakt, moeten ook weer een keer worden terugbetaald. Dat komt op het bordje te liggen van volgende generaties, blijkt uit de doorrekening. Daar komt nog eens bij dat de rente in de toekomst zou kunnen gaan stijgen. Dan zou de overheidsschuld nog hoger uitvallen.”
„Het is niet nieuw”, reageert CU-Kamerlid Pieter Grinwis, „dat dit kabinet ongekend investeert.” En nee, voegt de CU’er er direct aan toe: „een toename van de staatsschuld in deze mate is niet wat er in het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie staat. Daar staat natuurlijk wel tegenover dat toekomstige generaties ook profiteren van de uitgaven van dit kabinet. De schone energievoorziening, de Lelylijn, woningen; dat zijn investeringen voor de toekomst. Ik kan jongere generaties recht in de ogen kijken.”
De CU’er was achter de schermen nauw betrokken bij de onderhandelingen over het financiële deel van het regeerakkoord. „We wisten toen we om de onderhandelingstafel zaten dat er discussie zou ontstaan met het CPB over de vraag welke investeringen eenmalig zijn en welke niet.”
Daarmee doelt Grinwis op een belangrijk twistpunt tussen het planbureau en coalitie. Van veel uitgaven waarvan de coalitie zegt dat het om een eenmalige kostenpost gaat, zeggen de rekenmeesters dat de aangekondigde maatregelen weleens veel langer kosten met zich mee kunnen brengen.
Een voorbeeld is klimaatfonds. Daaruit worden maatregelen gefinancierd die na 2030 niets meer zouden moeten kosten. Het CPB zegt: de klimaatdoelstelling loopt tot 2050; het is niet reëel om ervan uit te gaan dat de kosten over tien jaar aflopen.
Waarschuwing
„Een terechte waarschuwing”, denkt Stoffer. „Neem de miljarden die het kabinet uittrekt voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales, waar wij overigens voor zijn. Ook als die eenmaal gebouwd zijn is er geld nodig voor het onderhoud ervan en om ervoor te zorgen dat de centrales blijven voldoen aan de veiligheidsnormen. Een eenmalige uitgave, met blijvende gevolgen.”
Grinwis neemt uitgaven aan infrastructuur als voorbeeld. „De coalitie reserveert 7,5 miljard euro om ervoor te zorgen dat nieuwe woonwijken, die de komende jaren gebouwd gaan worden, met het openbaar vervoer en de auto bereikbaar zijn. Het CPB stelt het nu zo voor dat deze maatregel tot in het oneindige een miljard euro per jaar kost. Dat geld gaat er gewoon niet naartoe.”
Ook wat de kerncentrales betreft is het volgens de CU’er „nog maar zeer de vraag” of dat jaar in, jaar uit geld blijft kosten. „Het hangt er echt vanaf voor welk type overheidsbijdrage de verantwoordelijk minister kiest. Die is nu aan zet om de gereserveerde middelen verstandig en ordentelijk te besteden. Een reservering is natuurlijk geen vrijbrief om maar raak te spenderen. Een prudente uitwerking van de coalitieplannen is cruciaal voor het financiële plaatje op lange termijn.”
Die instelling komt dicht in de buurt bij de grondhouding van de SGP. Stoffer: „Wij zien de vraagstukken ook op het gebied van klimaat en stikstof. Onze insteek is: leg eerst een goed plan op tafel en kijk dan wat het kost. Anders vindt het geld z’n weg wel, maar is resultaat niet gegarandeerd.”