Voor armen
Mattheüs 5:3
„Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het koninkrijk der hemelen.”
Het is duidelijk dat rijke, wereldse belijders Christus niet in hun hart of huis wensen te hebben, want zij weten –evenals de wereld– dat zij Christus niet kunnen hebben. Daarom zijn alleen zij Zijn eigenlijke onderdanen, die Hem helemaal wensen te hebben. Niet alleen in hun hoofd, maar ook in hun hart. Zij die bereid zijn alles af te staan om Zijnentwil.
Welnu, indien hier een of andere arme vrouw in barensnood zou zijn, die misschien door armoede bekommerd zou zijn in het vooruitzicht van zo’n gevaarvol en moeilijk ogenblik, en wegens armoede misschien gereed zou zijn te denken dat de Heere om deze reden hard met haar handelt, dan zou ik haar willen vragen: „Waar was de geboren Koning van de Joden?” Al zijn haar omstandigheden nog zo armoedig, al is zij nog zo arm, laat haar dit bedenken, dat zij meer heeft dan Christus had, zowel wat levensbehoeften als wat verzorgers betreft. Want u hebt een menselijke woning en mensen rondom u, geen dieren. Maar Christus werd geboren in een stal omgeven door dieren.
Voorzeker, indien wij dit in het geloof zouden beschouwen, zouden wij ons schamen te klagen en ons te ergeren aan één van de kruisen van deze wereld, want Christus was niet zo goed gehuisvest als wij. Dit kan misschien een troost blijken voor hen, die zowel arm van geest zijn als in armoedige omstandigheden verkeren.
Joseph Hart, predikant te Londen
(”Preek over Mattheüs 2:2a, Waar is de geboren Koning van de Joden?”; 1767)