Een aandelentransactie waarbij mogelijk sprake is geweest van handel met voorkennis, wordt in verband gebracht met deze zaak. Naar aanleiding hiervan zijn vragen gerezen over de manier waarop Chinese bedrijven die in het buitenland actief zijn invulling geven aan het begrip goed bestuur.

De onderneming, China Aviation Oil (CAO), valt direct onder toezicht van de Chinese staat. Het bedrijf voorziet het overgrote deel van de Chinese luchtvaart van brandstof. Door de financiële strop zag het zich genoodzaakt in surseance te gaan, om schuldeisers op afstand te houden.

Op de termijnmarkt in Singapore gokte CAO erop dat de olieprijs zou dalen, maar in plaats daarvan ging de prijs flink omhoog. Het bedrijf ging daardoor voor 550 miljoen dollar het schip in. In de financiële media wordt de zaak vergeleken met het schandaal rond de Brit Nick Leeson.