Kabinet zet volgens CPB veerkracht bij nieuwe crises op het spel
Het nieuwe kabinet zorgt er met al zijn miljardenplannen voor dat toekomstige generaties met veel extra lasten te maken krijgen. Volgens een doorrekening van het coalitieakkoord door het Centraal Planbureau (CPB) kan de staatsschuld de komende decennia fors oplopen. Daarmee zet Nederland ook het eigen vermogen op het spel om nieuwe schokken goed op te vangen.
Dat Nederland tijdens de coronacrisis bedrijven massaal kon steunen en overeind kon houden, was mede te danken aan de goed gevulde schatkist vlak voor de virusuitbraak. Maar uitgaande van de nieuwe berekeningen van het CPB lijkt Rutte IV afstand te nemen van het imago van zuinigste jongetje van de klas.
De belangrijke adviseur van het kabinet voorziet dat de staatsschuld in 2060 wel zo’n 92 procent zou kunnen bedragen van het bruto binnenlands product (bbp). Dat is veel hoger dan de Europese normen. Aan de berekening zitten nog veel haken en ogen en 2060 is nog ver weg. Het CPB stelt dat voor houdbare overheidsfinanciën op termijn bezuinigingen of lastenverhogingen nodig zijn. Of de ingeslagen weg wenselijk is of niet, is uiteindelijk een politieke keuze.
Tegenover de hogere lasten staan ook allemaal voordelen. Toekomstige generaties plukken ook de vruchten van de investeringen in bijvoorbeeld onderwijs, klimaat en milieu. Niets doen aan de klimaataanpak kost waarschijnlijk ook geld, maar dat heeft het CPB nu allemaal niet uitgerekend.
Dat de rekening in de toekomst zo hard oploopt komt voor een deel omdat het planbureau denkt dat bepaalde zaken, anders dan het kabinet aanneemt, structureel op de kosten kunnen blijven drukken. Als je klimaatdoelstellingen tot 2050 hebt dan is het bijvoorbeeld niet logisch dat klimaatuitgaven maar tot 2030 of tot 2035 lopen, redeneren de rekenmeesters.
Ook voor de investeringen in onderzoek naar ziektes als Alzheimer en kanker vindt het CPB het aannemelijker dat dit een structurele uitgavenpost zou zijn. Verder zou er nog gesleuteld moeten worden aan diverse bezuinigingen in de zorg om ze het gewenste effect te geven.
De doorrekening van het CPB betreft een eerste inschatting. Dat komt omdat de coalitiepartners nog niet al hun plannen tot in detail hebben uitgewerkt. Niet alle maatregelen zijn daarom al meegenomen in de berekeningen. Verder is het volgens het CPB nog maar de vraag of het nieuwe kabinet daadwerkelijk zoveel kan uitgeven als het nu zegt. Dat komt door de grote krapte op de arbeidsmarkt. Je kunt dan wel veel extra overheidsuitgaven plannen, maar het zal heel lastig worden om genoeg geschikt personeel te vinden om alles uit te voeren.