Besmettingsrecord door omikronvariant zet zorg onder druk
De „superbesmettelijke” omikronvariant grijpt razendsnel om zich heen. Nooit eerder werden er zoveel positieve tests per dag gemeld. „En de komende tijd zullen nog heel wat records sneuvelen. Zorgelijk.”
Voor de tweede dag op rij ging het aantal besmettingen donderdag door het dak. Het RIVM noteerde maar liefst 24.700 positieve tests. Het werkelijk aantal ligt waarschijnlijk nog hoger; door een storing kwamen niet alle meldingen binnen. Ook woensdag brak het aantal besmettingen een record. Toen meldde het instituut bijna 24.600 nieuwe gevallen.
Verbaasd over de sterk stijgende cijfers is de Leidse epidemioloog prof. Frits Rosendaal „volstrekt” niet. Hij wijt de groei volledig aan de omikronvariant, die inmiddels ook in Nederland dominant is. De epidemioloog verwijst naar onder meer Denemarken en het Verenigd Koninkrijk (VK) die zo’n twee weken geleden de Nederlandse percentages al haalden. „Ik had geen reden om te verwachten dat wij de dans zouden ontspringen.”
En met twee dagrecords op rij zijn we er nog niet, zegt Carolien Koop, epidemioloog bij GGD Zeeland. „In Londen, de stad die in het VK als eerste te maken kreeg met de omikrongolf, duurde het drie tot vier weken voor de piek bereikt werd. Hoewel de Britse en Nederlandse situatie niet een-op-een te vergelijken zijn, verwacht ik wel dat de komende weken ook hier nog flink wat records zullen sneuvelen.”
Dat denkt ook viroloog prof. Bert Niesters, verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Groningen. Hij verwijst daarbij naar het reproductiegetal van 1,8 dat voor de omikronvariant geldt. „Dat betekent dat 100 besmette personen het virus op 180 anderen overdragen. Het zou me niet verbazen als het huidige aantal tests de komende weken verdubbelt.”
Precair
De sterke toename van het aantal besmettingen is zorgelijk, vinden Koop, Niesters en Rosendaal. Alledrie verwijzen ze naar de Deense en Britse situatie. „Het aantal ziekenhuisopnames is daar gestegen”, zegt Rosendaal. Tegelijkertijd tekent de epidemioloog aan dat het aantal coronapatiënten op de ic’s niet lijkt toe te nemen. „Omrikron lijkt qua ernst dus van een andere orde te zijn dan de deltavariant. Daarbij komt dat omikronpatiënten korter in het ziekenhuis liggen. Dat zijn twee factoren die reden geven tot licht optimisme.”
Ook Niesters en Koop wijzen op het feit dat de ic-opnames niet evenredig meestijgen met het aantal besmettingen. Tegelijkertijd wil dat niet zeggen dat de zorg de omikrongolf makkelijk aankan, benadrukt Niesters. „Het hoge besmettingscijfer zorgt namelijk voor een hoog verzuimcijfer in alle sectoren. In het onderwijs, bij de vervoersdiensten, bij de hulpdiensten en dus ook in de zorg. Ziekenhuis-, verpleeghuis- en thuiszorgmedewerkers zullen vaker uitvallen. De krapte qua zorgpersoneel zal dus toenemen.”
Daarop wijst ook GGD-epidemioloog Koop. „Stel dat je bijvoorbeeld 50 of 65 procent minder kans hebt om na een omikronbesmetting in het ziekenhuis terecht te komen. Bij twee keer zoveel positieve testen zit je dan alsnog op hetzelfde aantal ic-patiënten. Maar in dat scenario is er dan wel minder personeel beschikbaar. Dat maakt de huidige situatie precair.”
Gedrag
Het huidige maatregelenpakket loopt tot 14 januari. Op die dag komt het kabinet hoogstwaarschijnlijk met een nieuwe persconferentie. Of er gezien het exploderende besmettingscijfer hardere maatregelen nodig zijn, is volgens Koop, Niesters en Rosendaal een lastige kwestie. Niesters: „We zitten al in een harde lockdown. Veel strenger kan niet. Volgens mij zit de winst nu vooral in ons gedrag en in de boostercampagne.” Rosendaal: „Ik acht het aannemelijk en wijs dat het kabinet het huidige pakket verlengt. Laten we eerst afwachten welk effect de openstelling van de scholen heeft.”