„Gelderse waterplannen gijzelen Betuwse boom- en fruitteelt”
Boom- en fruittelers in de Betuwe voelen zich bedreigd door het plan van de provincie Gelderland om zogeheten drinkwaterreserveringsgebieden aan te wijzen.
Gelderland reserveert grondwater voor de toekomstige drinkwatervoorziening. Binnen de grote drinkwaterreserveringsgebieden worden later exacte locaties voor drinkwaterwinning bepaald. De reserveringsgebieden worden beschermd, zodat het grondwater ook in de toekomst geschikt blijft voor drinkwaterwinning.
Enkele honderden boom- en fruittelers hebben bezwaar aangetekend tegen de waterplannen. Brancheorganisaties, kring Midden-Nederland van de NFO (fruittelers), Tree Centre Opheusden (TCO, laanboomtelers), Fruitpact (samenwerkingsverband van overheid en bedrijfsleven), afzetgroep FruitMasters en LTO-Noord, gaan samen in overleg met de provincie over de voornemens.
Onzekerheid
„Doordat de provincie zulke grote drinkwaterreserveringsgebieden heeft aangewezen, houdt ze veel bedrijven in gijzeling”, zegt NFO-bestuurslid Erik van Haarlem. „Ondernemers weten niet waar ze aan toe zijn en zolang je in onzekerheid leeft, weet je ook niet hoe je moet investeren.”
Van Haarlem verwacht dat de gevolgen in het westen van de Betuwe mogelijk gering zijn, omdat een dik kleipakket daar het grondwater beschermt. „In het gebied Winssen-Slijk-Ewijk ontbreekt deze beschermende laag. Daar zullen fruittelers beperkt worden in wat ze mogen spuiten en bemesten.”
Ook TCO is ongelukkig met de grondwaterplannen. Voorzitter Goos Cardol: „De laanboomtelers in het Rivierengebied behoren met hun innovaties, verduurzaming en productkwaliteit tot de absolute top van Europa, zo niet de wereld. Daarmee dragen ze ook bij aan regionale werkgelegenheid, welvaart en leefbaarheid. De aanwijzing van de reserveringsgebieden dreigt die vooraanstaande internationale positie teniet te doen.”
Rem
TCO wijst erop dat de laanboomtelers voor beregening en druppelirrigatie de regelgeving voor wateronttrekking vanuit het Waterschap Rivierenland volgen. „Het schap richt zich zoveel mogelijk op het grondwater in plaats van op oppervlaktewater.
Daarentegen zet het provinciale plan juist de rem op boringen voor de aanleg –en mogelijk ook de vervanging– van grondwaterbronnen, zogeheten pulsen. Die worden volgens protocollen gezet door erkende boorbedrijven, die daarop ook worden gecontroleerd. De provincie lijkt nu regels te gaan stellen voor de diepte van pulsen en het gebruik en de omvang van grondwater voor de teelt. Onze teeltbedrijven zijn direct afhankelijk van een ongestoorde toevoer van grondwater van goede kwaliteit om de gewassen tot volledige wasdom te laten komen. Feitelijk zet de provincie nu de bijl aan de wortel van de laanboomteelt.”
Voor ondernemers in het kwetsbare gebied Winssen-Slijk-Ewijk zijn de gevolgen nog veel groter, aldus TCO. „Ook hun bovengrondse activiteiten worden met dit plan aan banden gelegd. Wegens de kwetsbaarheid gelden strengere regels. Zo wordt de uitbreiding van teelt in de openlucht tot een mogelijk verboden werkzaamheid verklaard, een zogenaamde nee-tenzij-activiteit. Wat ons betreft is dat een ongehoorde inbreuk op de groeimogelijkheden van telers in dit gebied.”
Tweedeling
Het Gelderse reserveringsplan leidt volgens TCO tot een tweedeling van boomteeltgronden. „Gronden zonder en gronden met een waterwinrestrictie. De grondprijzen in de reserveringsgebieden zullen dalen. De huidige prijzen liggen al gauw op ruim 10 euro per vierkante meter. Door allerlei beperkingen en voorwaarden als gevolg van de strategische drinkwatervoorraad zal die prijs dalen naar akkerbouw-waarde, circa vijf euro per vierkante meter. Dat heeft consequenties. Bedrijven verliezen hun financieringsbasis. Bedrijfsfaillissementen dreigen, verduurzamingsprocessen worden afgeremd en het buitengebied verpaupert. Werkgelegenheid gaat verloren en dat is weer slecht voor de regionale welvaart.”