Vaccinhoofd Janssen: onze booster beschermt goed tegen omikron
Een boosterprik van het coronavaccin van Janssen geeft ook een goede bescherming tegen de omikronvariant van het virus, stelt hoofd vaccinontwikkeling Hanneke Schuitemaker. „Wij hebben inmiddels onderzoeksresultaten uit Zuid-Afrika gekregen en daar zien we dat het Janssen-vaccin een goede bescherming geeft tegen ernstige Covid, ziekenhuisopname en overlijden”, zei de viroloog in radioprogramma 1 op 1.
„Omikron lijkt minder gevoelig voor de immuniteit die vaccins opwekken, dat is ook zo na een dosis van het Janssen-vaccin. Daarom is een oppepper nodig”, aldus Schuitemaker. Volgens haar wordt het beste resultaat bereikt als het vaccin van haar organisatie, die bij het Amerikaanse Johnson & Johnson hoort, wordt gecombineerd met een van de andere coronavaccins.
Het onderzoek waar Schuitemaker aan refereert, is overigens nog niet gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift, laat een woordvoerster van Janssen weten. Dat betekent dat vakgenoten van de onderzoekers er nog kritisch naar moeten kijken.
Het Janssen-vaccin wordt in Nederland in principe niet gebruikt als booster, ook al zou dat wel mogen van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA). Alleen als er een „individueel gezondheidsbelang voor is en een mRNA-vaccin niet kan worden gegeven” is een uitzondering mogelijk, besloot minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid).
De Gezondheidsraad had er in een advies op gewezen dat nog onbekend is in hoeverre een zeldzame ernstige bijwerking van het bewuste vaccin voorkomt na boosterprikken. Ongeveer vier op de miljoen mensen die een eerste prik van Janssen kregen, werden kort daarna getroffen door een combinatie van trombose en een tekort aan bloedplaatjes. Het risico doet zich specifiek bij jongeren voor.
Schuitemaker begrijpt de afweging. „Als er een alternatief is, maak je een andere afweging dan wanneer je geen alternatief hebt. Dat zou ik ook doen.” Het hoofd vaccinontwikkeling kan zich voorstellen dat de Gezondheidsraad meer informatie wil voordat Janssen eventueel ingezet kan worden als booster.
De Gezondheidsraad schreef ook dat op korte termijn de toename in antilichamen na een boosterprik van Janssen lager is dan bij de vaccins van Pfizer en Moderna. Het effect op langere termijn moet echter nog blijken. Van de eerste prik van Janssen heeft het RIVM vastgesteld dat de bescherming in de maanden erna toeneemt, terwijl de effectiviteit van de mRNA-vaccins gestaag daalt.
Het onderzoek is nog volop in ontwikkeling, benadrukte ook de Gezondheidsraad. „Nieuwe gegevens in de nabije toekomst kunnen leiden tot andere afwegingen”, zo stond te lezen.