Amnesty: Spanje laat gemartelden in kou staan
De Spaanse autoriteiten laten martelingen van gevangenen vaak onbestraft. Bovendien is de financiële genoegdoening aan de meeste slachtoffers van mishandeling onvoldoende.
Dat blijkt uit een rapport van de Spaanse afdeling van Amnesty International, dat vrijdag tegelijktijdig is gepresenteerd in de steden Barcelona en Vitoria.
Bij het opstellen van het rapport baseerde de mensenrechtenorganisatie zich op analyses van 450 vonnissen uit de periode 1980-2004.
Amnesty stelt dat bijna 80 procent van de slachtoffers een vergoeding van minder dan 3000 euro heeft gekregen. Voor ongeveer 30 procent bedroeg de compensatie minder dan 600 euro.
Dat de financiële genoegdoening aan de slachtoffers van marteling en mishandeling onder de maat is gebleven, heeft volgens de organisatie onder meer te maken met het negeren van mensenrechtenschendingen door opeenvolgende Spaanse regeringen. Verder speelt een rol dat de rechtszaken over compensatie voor martelingen veel tijd in beslag nemen. „Bij de meeste zaken die door Amnesty International zijn onderzocht, moesten de slachtoffers meer dan zeven jaar wachten voordat ze een vergoeding kregen toegewezen”, aldus directeur Esteban Beltràn van de Spaanse tak van de mensenrechtenorganisatie.
Amnesty stelt dat van systematische mishandeling geen sprake is. Wel maakt de organisatie zich zorgen over het toenemende politiegeweld tegen immigranten.