Uitwendige roeping
God onderwijst de mens met veel zachtmoedigheid door zijn Woord tot bekering. Daaruit blijkt dat de uitwendige roeping, of de prediking van het Evangeliewoord, hoe nadrukkelijk die ook is, niet genoeg is tot bekering. God is het die in het onderwijs van onze tekst, de bekering, werkt. Met zachtmoedigheid onderwijst Hij hen die tegenstaan.Paulus toont ons wat het Woord kan doen, namelijk de mens onderwijzen. Hij toont ook wat God komt te doen, te weten: bekering geven. Bij dat Woord komt nog Gods bekerende kracht. Hieruit volgt dat de uitwendige roeping niet genoeg is tot bekering. Dit blijkt uit de bekering van Lydia. De Heere opende het hart van Lydia, dat zij acht gaf op de woorden van Paulus. Er waren echter meer vrouwen die Paulus de weg der zaligheid hoorden verkondigen en dus uitwendig door God werden geroepen. Van Lydia staat echter nadrukkelijk dat de Heere haar hart opende. Dit geeft te kennen de bijzondere werking van Gods Geest onder het Woord, waardoor alleen Lydia werd bevoorrecht.
Dit blijkt ook uit de rede van Mozes tot het volk van Israël en onze tekst: Maar de Heere heeft u niet gegeven een hart om te verstaan, oren om te horen, tot op deze dag. Israël genoot wel de uitwendige roeping, maar het merendeel had geen hart om te verstaan en oren om te horen.
J. Hillenius, predikant te Drachten (De mens beschouwd, 1752)