De Jonge: boosteren gaat snel, maar hogere opkomst is nodig
Het zetten van boostervaccinaties tegen het coronavirus gaat sneller dan verwacht. Dinsdag worden de laatste 18-plussers opgeroepen om een afspraak te maken, zegt demissionair zorgminister Hugo de Jonge. Maar hij benadrukt ook dat op dit moment nog onvoldoende mensen de extra prik zijn komen halen.
Dat het ‘boosteren’ sneller gaat dan verwacht, ligt volgens De Jonge niet aan een tegenvallende opkomst, Het priktempo ligt hoger dan de GGD’en aanvankelijk voor mogelijk hadden gehouden. „Vorige week zijn anderhalf miljoen prikken gezet, deze week gaan we daar nog overheen”.
De scheidende coronabewindsman - eind deze week geeft hij het stokje over aan zijn beoogde opvolger Ernst Kuipers - benadrukt dat de boosterprikken „heel erg helpen” om de naderende besmettingsgolf als gevolg van de omikronvariant het hoofd te bieden. Ze zijn ook „echt nodig”, omdat de oorspronkelijke vaccinaties onvoldoende bescherming bieden.
De omikronvariant is bovendien besmettelijker dan de tot voor kort dominante deltavariant, wat zich nu al vertaalt in een weer oplopend aantal besmettingen. De afgelopen weken was het aantal positieve tests juist afgenomen, mede dankzij de strenge lockdown die een week voor kerst van kracht werd.
Onderzoek in andere landen laat zien dat de omikronvariant waarschijnlijk wel een milder verloop kent dan de deltavariant. Maar het kabinet durft daar op grond van de nu bekende gegevens nog geen conclusies over te trekken. Het eerstvolgende weegmoment voor de handhaving van de huidige maatregelen blijft dan ook staan op 14 januari.
De komende tijd zal moeten blijken of met het aantal besmettingen ook het aantal ziekenhuisopnames weer gaat oplopen. Maar bij de besluitvorming zal volgens De Jonge ook meewegen hoeveel mensen tegen die tijd een boosterprik hebben gehaald om beter beschermd te zijn tegen de omikronvariant.