Manipuleren met oud en nieuw
Ieder jaar rond deze tijd is het hetzelfde liedje. Dan ruim ik mijn kranten op, want morgen zijn ze gedateerd, behorend tot een voorbijgegaan jaar. Onzin natuurlijk, zo’n gedachtegang, want qua actualiteit en relevantie staat er nog veel waardevols in.
Toch mag dat niet baten, want het jaartal bepaalt wat wel en niet meegaat het nieuwe jaar in. Noem het de terreur van het getal of van oud en nieuw-denken dat jaarlijks leidt tot deze intellectuele zelfkastijding.
Er zijn ergere dingen. Zoals de manier waarop autoritaire regimes omgaan met die woordcombinatie oud en nieuw. Dan hebben we het niet over een jaarwisseling, maar over doorgevoerde machtswisselingen. Waarbij machthebbers er alles aan doen om de „nieuwe situatie” als voldongen feit in de hoofden en harten van onderdanen te wrijven. Levende herinnering aan het verleden is dan het laatste wat zulke lieden dulden, want „dat het anders kan, en ook anders was” zou kunnen uitgroeien tot een kritische blik of mening die de stoelpoten vanonder een zittende heerser doormidden zagen. Pas als ”nieuw” zich verabsoluteert door het recente verleden tot ”oud” te degraderen komt er ruimte om dat verleden te manipuleren tot een dienstbare lakei van het heden.
Het afgelopen jaar waren diverse autoritaire regimes volop bezig met dit grimmige oud en nieuw-spel. Deze week nog verklaarde het hooggerechtshof in Rusland Memorial tot verboden organisatie. Deze beweging heeft onder meer als doel de herinnering aan de misdaden uit de tijd van Stalin levend te houden. China deed deze week iets dergelijks toen in Hongkong een monument ter gedachtenis aan het bloedig neerslaan van de studentenopstand in Peking, op 4 juni 1989, werd weggehaald. Het militair regime in Myanmar is bezig de herinnering aan Aung San Suu Kyi, voorvechtster voor democratie, uit te wissen door haar voor jaren op te sluiten.
Is zulk gemanipuleer met oud en nieuw enkel voorbehouden aan autoritaire regimes? Zeker niet. De Britse conservatieve denker Roger Scruton (1944-2020) haalt zijn grote inspirator Edmund Burke (1729-1797) aan in een lezing die hij in 2001 hield voor de Edmunk Burke Stichting. Uiteraard moest vooral het Verlichtingsdenken het bij Burke ontgelden, onder meer vanwege de idee van “het sociaal contract” tussen burgers en de staat. Scruton: „Daarmee plaatsten de huidige leden van de samenleving zich in een dictatoriale (!, AJ) positie boven degenen die aan hen voorafgingen en die na hen kwamen.”
Wat je vandaag de dag vooral rond natuur, milieu en klimaat hoort zeggen –we hebben iets over te dragen aan onze (klein)kinderen– vertolkte Burke destijds rond cultuur. „Volgens Burke kwam de zelfingenomen minachting van de revolutionairen voor voorouders neer op onterving van de nog ongeborenen. Welbeschouwd is de maatschappij een verbond tussen de doden, de levenden en ongeborenen. Respect voor de doden was volgens Burke de enige werkelijke waarborg die de ongeborenen konden krijgen in een wereld die alle privileges weggaf aan de levenden.” Rake woorden die mij als criticus van hedendaags gemanipuleer met oud en nieuw huiswerk meegeven. Kan nog net voordat ook deze krant als zijnde gedateerd wordt weggegooid.