Wat de toekomst brengen moge
In 1974, mijn geboortejaar, werd een interview opgenomen met Arthur C. Clarke, een wereldberoemd sciencefictionschrijver. Hij staat voor een enorme computer, vele malen groter dan hijzelf. Een stukje van het gesprek is op YouTube terug te vinden onder de titel ”One day, a computer will fit on a desk”. Clarke beschrijft wat hij verwacht voor het jaar 2001: elk huishouden zal dan een computer bezitten, maar dan niet veel groter dan een bureau, om daarmee bankzaken te doen of om het nieuws te volgen.
Het was niet de eerste keer dat Clarke deze visie op de toekomst gaf. Zo beschreef hij eerder een samenleving waarin die huishoudelijke computers met elkaar verbonden zijn en deze onderlinge verbindingen mensen in staat stellen om op Bali te werken voor een bedrijf in Londen. Het zal zelfs chirurgen in staat stellen om op afstand te opereren. Zonder het zo te noemen, voorspelde Clarke hiermee internet en het thuiswerken, jaren voordat het gemeengoed zou worden. Zelfs het volstrekt onvoorstelbare idee van operaties op afstand werd in 2003 werkelijkheid.
Deze snelle opkomst van de informatiesamenleving en bijbehorende digitalisering wordt gezien als de vierde industriële golf. De eerste industriële golf verwijst naar de uitvinding van de stoommachine, de tweede golf leverde grootschalig gebruik van elektriciteit op. De derde golf wordt gedefinieerd door de opkomst van micro-elektronica en telecommunicatie. Arthur C. Clarke bleek heel precies te kunnen voorspellen wat er in ongeveer dertig jaar zou gaan gebeuren. Hij kon dat doen door zorgvuldig te doordenken wat de consequenties zijn van technologische innovaties.
Dit doordenken van maatschappelijke en economische consequenties is de basis van een methode genaamd ”scenarioplanning”. Het World Economic Forum (WEF) is een van de toonaangevende spelers op dat gebied. Door middel van scenario’s wil het WEF beleidsmakers en investeerders informeren, zodat zij hun beslissingen kunnen afstemmen op mogelijk toekomstige technologische ontwikkelingen. Klaus Schwab, de oprichter en directeur van het WEF, heeft de verschillende aspecten van de vierde industriële golf uitgewerkt in zijn visie op ”Industry 4.0”. Hij verbindt daarbij digitalisering met globalisering en duurzame ontwikkeling. De visie op Industry 4.0 is tevens de basis van Schwabs boekje uit 2020 onder de titel ”Covid-19: The Great Reset”, waar ook deze krant al heel wat kolommen aan heeft gewijd. Evenals ik Clarke geen profeet acht te zijn, dicht ik Schwab geen profetische gaven toe. Ik kan me alsnog wel goed voorstellen dat Industry 4.0-scenario’s van het WEF een nauwkeurig beeld geven van wat er in de komende jaren mogelijk is.
Het bekritiseren van WEF-scenario’s maakt een wezenlijk deel uit van mijn onderwijs aan de universiteit. Ik heb echter na een college hierover nog nooit de neiging gehad om vervolgens de straat op te rennen en te gaan demonstreren tegen de uitkomst van zoiets academisch als scenarioplanning.
Daarbij is het pertinent onjuist en ook een christen onwaardig om de WEF-planners en hun directeur zwart te maken en te verdenken van duivelse masterplannen. Dat laatste mist elke grond en komt vooral uit de koker van een handjevol rechtse druktemakers die het onuitstaanbaar vinden dat hun kapitalistische WEF-clubje zich is gaan bezighouden met linkse hobby’s zoals gerechtigheid en duurzaamheid. Dus voor degenen die de WEF-scenarioplanning maar niets vinden, kom alsjeblieft eens met zorgvuldig uitgedachte alternatieve scenario’s en begin daarover een goed gesprek.
In deze laatste week van 2021 wil ik mijn column besluiten met de oproep om nuchter en waakzaam het nieuwe jaar in te gaan. Nuchter, zodat we ons niet laten meeslepen door hysterie rond ”The Great Reset”. Waakzaam, opdat we ons niet blindstaren op technologische vooruitgang, maar letten op de voortgang van Gods Koninkrijk. Het zijn immers niet de WEF-scenario’s die onze toekomst bepalen. Onze Heere Jezus Christus heeft de toekomst in handen, en wie op Hem vertrouwt kan het zingen: „mij geleidt des Heeren hand.”
Dr. ir. Gijsbert Korevaar is lector aan de Hogeschool Rotterdam en universitair docent aan de Technische Universiteit Delft.