De overheidsinvesteringen in infrastructuur stijgen zowel in de VS als Europa voor het eerst sinds tien jaar. In de VS nemen de investeringen in onder meer wegen, bruggen, spoorlijnen, havens, vliegvelden, elektrische installaties en internet toe tot 2,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2030. In Europa is de duur van de investeringen korter. In Duitsland, de grootste economie van de eurozone, lopen de investeringen op tot ruim 1 procent van het bbp in 2027 en in Frankrijk tot 2,5 procent.

Door de investeringen stijgt het Amerikaanse bbp de komende drie jaar met 0,9 procentpunt. In Europa zal de impact het grootst zijn in Spanje (plus 0,9 procentpunt) en het kleinst in Duitsland (plus 0,35 procentpunt).

Een belangrijk bijkomend effect is dat investeringen in duurzame infrastructuur de overgang naar een koolstofarme economie financieren. Volgens Johan Geeroms, directeur risicobeheer Benelux bij Euler Hermes, zijn investeringen in de bijbehorende infrastructuur „onontbeerlijk” in de transitie naar emissievrije energie. Als voorbeeld noemt Geeroms investeringen in extra netcapaciteit om aan de toenemende vraag naar elektriciteit te kunnen voldoen.

De overheidsinvesteringen hebben volgens Geeroms ook een belangrijke signaalfunctie. „Het wekt vertrouwen in de toekomst en stimuleert daardoor ook de particuliere investeringen.” Volgens de researchafdeling van Euler Hermes trekken de huidige infrastructuurplannen tot 2025 jaarlijks tot 100 miljard dollar aan particulier kapitaal aan in de VS. In Europa verschilt dat per land. In Frankrijk is dat zo’n 50 miljard euro en in Duitsland 10 miljard euro.

De investeringen van de overheid en de particuliere sector zijn echter niet voldoende om de energietransitie te bekostigen. Euler Hermes schat dat de VS jaarlijks 210 miljard dollar tekortkomen om de beoogde doelstellingen te halen. Het jaarlijkse investeringstekort voor de vier grootste Europese economieën wordt geschat op bijna 140 miljard euro.