Column: Communiceren via briefjes op de trap
Communicatie is iets prachtigs, want je kunt elkaar heel nabij komen en je wederzijds gezien en begrepen voelen. Maar communicatie kan ook vreselijk ingewikkeld zijn. Misverstanden en onbegrip, verwijten en ruzies, ijzige stiltes en afkeurende blikken: ook dat is communicatie.
Hoe je als persoon bent en wat je hebt meegemaakt, doet mee in communicatie. Wie zich bang en onzeker voelt, kruipt eerder in z’n schulp dan wie vol zelfvertrouwen is. („Laat ook maar, het is vast niet belangrijk genoeg.”) Wie een pijnlijke herinnering met zich meedraagt –bijvoorbeeld het gevoel niet serieus genomen te worden– en dat niet nogmaals wil meemaken, kan om die reden behoorlijk fel uit de hoek komen. („Je moet niet denken dat jij iets over mij te zeggen hebt.”)
Psychische kwetsbaarheden en aandoeningen hebben invloed op communicatie. Zo kan het moeilijk zijn om een gesprek te voeren met iemand bij wie een depressie zich uit in somberheid en in zichzelf gekeerd zijn. Moeilijkheden in de communicatie kunnen ook uiting van de problematiek zijn en indicator daarvan. Dat is bijvoorbeeld bij autisme het geval – en dat levert soms veel onrust, verwarring, angst en onzekerheid op.
In het boek ”Minder stress, minder autisme” wordt beschreven hoe een mevrouw met autisme met haar verhuurster communiceert door briefjes op de trap te leggen. Ze gebruiken de wasmachine gezamenlijk, daarom schrijft ze: „Mag ik morgen tussen 9 en 11 de was doen?” De verhuurster antwoordt: „Dat is goed, als het kan wat eerder.” Deze reactie leidt tot veel onrust bij de vrouw: Wat bedoelt ze nou? Is het nou wel of niet goed? Als het goed is, waarom moet het dan eerder? En hoeveel eerder dan? En bedoelt ze nu dat ik eerder de was moet doen, of dat ik het eerder moet vragen?
Dit voorbeeld laat zien hoe belangrijk duidelijkheid in communicatie is. De verhuurster had beter kunnen schrijven: „Dat is goed. Als het je lukt om de wasmachine voor 9 uur aan te zetten, vind ik dat fijner. Maar als dat niet lukt, geeft het niet.” Dat kost natuurlijk meer moeite en vraagt dat je bedenkt hoe iets bij die ander overkomt. Maar als je die ander aanvaardt met zijn of haar beperkingen en kwetsbaarheden (die jij zelf natuurlijk ook hebt), en geduld hebt met geworstel in communicatief opzicht, dan is dat een kleine moeite. Aanvaarding en geduld geven de ander ook de ruimte om hulp te vragen wanneer dat nodig is: „Ik begrijp niet goed wat je bedoelt. Wat verwacht je nu precies van me?” Of om toelichting te geven: „Ik word hier heel onrustig van, want ik ben bang dat ik het niet goed doe.”
Duidelijkheid, aanvaarding en geduld, ruimte en toelichting zijn niet alleen nodig bij autisme of andere kwetsbaarheden, maar levert iedereen wat op. Want hoe gemakkelijk zijn mensen te snel of te kortaf in de communicatie (in de opvoeding: „leg je telefoon weg”, „doe niet zo irritant”) en komen verbinding en aanvaarding van elkaar onder druk te staan. En hoeveel moeite kost het eigenlijk om wat uitgebreider te communiceren? („ik snap dat het belangrijk voor je is om met je vrienden te appen, maar je zit nu wel erg lang naar je scherm te turen, en dat is niet alleen ongezellig voor je huisgenoten, maar ook slecht voor je ogen”). Helpt het ons allemaal niet verder, ook in kerk en maatschappij, als we een standpunt niet simpelweg poneren, maar voorzien van een toelichtende tekst („hierom is het zo belangrijk voor me”)? Als we moeite doen voor elkaar, voor wederzijds begrip, en de tijd nemen om aan te geven waar het echt om gaat?
Het is Kerst geweest. God, Die voorheen vele malen en op velerlei manieren gesproken heeft door de profeten, heeft nu nog duidelijker tot ons gesproken door Zijn Zoon (Hebreeën 1:1). Gods communicatie van waar het Hem echt om gaat: „Zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft.”
De auteur is rector van het Kennisinstituut christelijke ggz (Kicg), onderdeel van Eleos en De Hoop ggz, en bijzonder hoogleraar klinische godsdienstpsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.