Procrustes
De herbergier van Bethlehem kreeg in menige kerstpreek vast weer flink voor zijn broek van de dominees. Zijn fabelachtig wrede collega Procrustes, uitbater van een logement in de Griekse oudheid, maakte het bonter.
Allervriendelijkst bood hij zijn gasten onderdak. Er was altijd plaats, maar pas op. De man beschikte over twee bedden. Een te groot en een te klein exemplaar. Geen probleem. Hij maakte zijn gasten gewoon pasklaar door hen uit te rekken óf in te korten.
Zorg en onderwijs lagen de afgelopen jaren ook vaak in zo’n procrustesbed. Er werd vooral geamputeerd. Op de valreep van 2021 beloofde de minister drie ziekenhuizen met kinderhartchirurgie nog even zo’n ingreep. Dat zal wel weer leiden tot bed- en baanreductie.
Ook de koninklijke familie kent Procrustes. Niet die Griekse herbergier van de beruchte foto zonder afstand. Eerder was de vorst te veel, nu is hij te weinig zichtbaar. Niks doet hij goed. Wat premier Rutte betreft wordt hij weer betrokken bij de volgende kabinetsformatie. Graag.
Natuurlijk doet ook de regering het niet goed, dat weten Rutte en zijn corona-adjudant zeer wel. We zijn pandemiemoe. We hebben het gehad met op- en afschalen, met prikken en boosteren. Voor je het weet ben je serieprikker. We zijn het huisarrest zat en het thuis mogen ontvangen van slechts enkele bezoekers.
Ook de kerkdiensten ontliepen het procrustesbed niet. Voor veel landgenoten prima. Tweespalt viert hoogtij. Iedere ware christen herkent dat, vooral uit eigen leven: de strijd tussen vlees en geest, oude en nieuwe mens.
Koning en parlement worden nogal eens hypocrisie verweten. Wie speelt er nooit een rol? De Koning van Bethlehem. Hij was en deed wat Hij zei. En toch ”moeten” velen Hem niet. Daarom niet, omdat Hij alle vernis en franje verwijdert en een mens te kijk zet voor Hem Die harten kent en nieren proeft. Zo roept de kribbe om het kruis. Val daarom de EU-zuiveringscommissie met haar procrustesbed van ”inclusieve communicatie” liever bij dan af. Weihnachtsstollen hebben niks met Kerst te maken. Kerst is de eerste trap van Jezus’ vernedering.
Oudejaarsdag nadert. Er is opgeroepen tot gebed voor de natie. Misschien niet onze sterkste kant. De aansporing om voor de overheid te bidden in Romeinen 13 is ingeklemd tussen de liefde als vervulling van de wet. Al biddend ontlopen we ook zelf het procrustesbed niet.
Over inclusief gesproken. Het christenleven weet er van. „Wij hebben God op het hoogst misdaan, ja wij en onze vaderen tevens.” Zou God zo’n gebed niet horen?