Ngo: weerrampen kostten 20 miljard dollar meer dan vorig jaar
De tien duurste weerrampen van dit jaar hebben voor meer dan 170 miljard dollar (150 miljard euro) schade aangericht. Dat is twintig miljard dollar meer dan in 2020, zo heeft de Britse liefdadigheidsinstelling Christian Aid maandag bekendgemaakt. De niet-gouvernementele organisatie (ngo) berekent ieder jaar wat overstromingen, branden en hittegolven kosten op basis van verzekeringsclaims.
De ngo zegt dat de opwaartse trend de door de mens veroorzaakte klimaatverandering weerspiegelt. De duurste ramp was orkaan Ida die in het oosten van de VS huishield en voor pakweg 65 miljard dollar schade veroorzaakte. De orkaan kwam aan land in Louisiana, baande zich een weg naar het noorden en veroorzaakte grote overstromingen in New York en directe omgeving.
De dodelijke overstromingen in België en Duitsland in juli waren goed voor 43 miljard dollar. Ook Limburg en Noord-Brabant werden toen getroffen door overstromingen na langdurige regenval. Een koudegolf en een winterstorm in Texas kostten 23 miljard, overstromingen in de Chinese provincie Henan in juli leverden naar schatting 17,6 miljard dollar aan schade op.
Andere rampen die enkele miljarden dollars kostten, waren overstromingen in Canada, vorst in het late voorjaar in Frankrijk die de wijngaarden beschadigde en een cycloon in India en Bangladesh in mei. Rampen in rijke landen voeren de boventoon omdat de infrastructuur daar beter verzekerd is en de financiële schade in arme landen vaak niet te overzien is.
Swiss Re, ’s werelds grootste herverzekeraar, schatte halverwege december dat natuurrampen en extreme weersomstandigheden dit jaar voor ongeveer 250 miljard dollar (ongeveer 221 miljard dollar) aan schade hebben veroorzaakt. Volgens het bedrijf was dat een stijging met bijna een kwart ten opzichte van een jaar eerder.