Plan om Luther-straten in Berlijn te hernoemen roept kritiek op
Negen straten en pleinen in Berlijn die naar Luther genoemd zijn, moeten worden hernoemd, zo luidt het advies aan de deelstaatregering Berlijn. Prof. Sabine Hiebsch: „Luther was in veel opzichten een controversiële theoloog, ook ten aanzien van de joden. Tegelijk was hij een belangrijke theoloog voor kerk en maatschappij.”
De politicoloog Felix Sassmannshausen bracht 290 straatnamen in Berlijn in kaart die vernoemd zijn naar personen met een antisemitische achtergrond. Het dossier werd gemaakt in opdracht van de contactpersoon van de deelstaat Berlijn over antisemitisme, Samuel Salzborn, die het stuk maandag aan de pers presenteerde.
De lijst richtte zich aanvankelijk op persoonlijkheden uit de negentiende eeuw, het Duitse Rijk en de Weimarrepubliek. Vanwege een wijziging van de Berlijnse straatwet in 2020 is hernoeming ook toegestaan voor namen uit de tijd vóór 1933, „als zij het huidige begrip van democratie negatief zouden belasten en de reputatie van Berlijn permanent zouden schaden.” Er is door verschillende politici, zowel uit de regeringspartijen als de oppositie, kritisch gereageerd. Voor Salzborn hangt het „van de politiek en het maatschappelijk middenveld af wat zij van de wetenschappelijke aanbeveling maken.”
Wegbereider
Luther zou met zijn „antisemitische geschriften” een wegbereider zijn geweest voor het „christelijk gemotiveerde antisemitisme”, zo concludeert het rapport. Dat betekent een streep door de grote Martin-Luther-Strasse in Berlijn-Schöneberg en voor de Junker Jörgstrasse, genoemd naar Luthers schuilnaam als onderduiker op de Wartburg. Zijn vrouw Katharina van Bora hoeft nog niet hernoemd te worden, daarvoor moet eerst nog „nader onderzoek” gepleegd worden.
Uiterst merkwaardig is dat ook de Pastor-Niemöller-Platz (met gelijknamig metrostation) een andere naam moet krijgen. Martin Niemöller, die prominent lid van het kerkelijk verzet tegen Hitler was (en daarvoor acht jaar gevangenzat), was volgens de commissie een „uitgesproken antisemiet” vóór zijn verzetsperiode vanwege lidmaatschap van antisemitische organisaties.
Terwijl het dossier de beruchte antisemiet Richard Wagner en zijn vrouw Cosima en enkele van zijn werknamen (Rienzi, Tannhäuser, Lohengrin) liever uit het straatbeeld verbant, komt een andere grote naam uit de negentiende eeuw helemaal niet voor: Karl Marx. In zijn werk ”Zur Judenfrage” (Over de Joodse kwestie) schreef hij uiterst negatieve dingen over Joden. Sassmannshausen meldt dat Marx evenals anderen op een –overigens niet gepubliceerde– ”lijst met twijfelgevallen” staat.
Rome
De ontwikkelingen in Berlijn staan haaks op wat in Rome gebeurde. In de Rooms-Katholieke Kerk is er juist een herwaardering van Luther gaande en werd zelfs in 2015 een plein omgedoopt tot ”Piazza Martin Lutero” (Maarten Luther-plein). De burgemeester van Rome was bij de onthulling van het naambordje en burgemeester Jutta Fischer van de Lutherstad Eisleben was voor de gelegenheid naar de Italiaanse hoofdstad gereisd.
Een Duitse delegatie ”Met Luther naar de paus” zong er rond Hervormingsdag dit jaar nog liederen van Luther. Delegatielid Christoph Tekaat, desgevraagd over de ontwikkelingen in Berlijn: „Mensen van het verleden zijn altijd meerduidig te interpreteren. Dat geldt ook voor Maarten Luther. Ieder Maarten Luther- plein of straat wil niet met kritische uitspraken op een mens wijzen, maar op een reformator en een groot theoloog. In Rome schijnt dit te kunnen, in Berlijn kennelijk niet.”
Zinvol
Prof. dr. Sabine Hiebsch, bijzonder hoogleraar op de Kooiman-Boendermaker leerstoel voor Luther en de geschiedenis van het (Nederlandse) lutheranisme aan de Theologische Universiteit Kampen, zegt in een reactie dat het initiatief om kritisch te kijken naar de eigen geschiedenis en de doorwerking daarvan in straatnamen zinvol is. „Men moet er wel zorg voor dragen dat niet een realiteit gemaakt wordt die nooit heeft bestaan. Zeker in een stad als Berlijn met een lange en tegenstrijdige geschiedenis is dit belangrijk. Een kritische reflectie op straatnamen mag de context van de persoon naar wie de straat vernoemd is niet buiten beschouwing laten, geen anachronistische lijnen trekken en moet ervoor waken dat één facet allesbepalend wordt voor de persoon en haar maatschappelijke betekenis.”
Luther is toch geen antisemiet?
„Er zijn verschillende elementen in Luthers theologische denken over de Joden. De toen heersende traditionele, stereotiepe anti-Joodse lasterverhalen vormen een doorlopende lijn. De Joden in het Oude Testament waren voor Luther centrale voorbeelden in het geloof, de Joden na Christus waren dat niet. Luther argumenteerde vanuit een missionaire doelstelling die toen de norm was in de christelijke theologie. In 1523 sprak hij zich uit voor een verruiming van de rechten en beroepsmogelijkheden voor de Joden. In de jaren 1540 liet hij zich leiden door de laat-middeleeuwse anti-Joodse denkbeelden die door de katholieke theologie en kerk wijd verspreid waren.
Luthers uitlatingen aan het einde van zijn leven zijn niet slechts een aanval op het geloof van de Joden, maar op hun mens-zijn en dat is een vroegmoderne vorm van Jodenhaat of antisemitisme. Het zou naïef zijn te denken dat de holocaust niet was gebeurd als Luthers uitlatingen tegen de Joden er niet geweest waren om te gebruiken. Het zou eveneens naïef zijn te denken dat Luthers anti-judaïsme en vroegmoderne Jodenhaat geen rol speelden in de ontwikkeling van het moderne antisemitisme.”
Wat voor gevolgen heeft het advies in Berlijn voor alle Luther-herdenkingen, zoals recent in Worms?
„Los van het feit of Lutherstraten wel of niet hernoemd worden, kun je zeggen dat Luther in veel opzichten een controversiële theoloog was en zijn denken en uitlatingen over de Joden horen daar zeker bij. Tegelijk was hij een belangrijke theoloog met een blijvende betekenis voor kerk en maatschappij. In het Lutherjaar 1983 verscheen de gezamenlijke verklaring van de ”Lutherse Wereldfederatie” en het ”Internationale Joodse Comité voor Interreligieuze Consultaties.” Herdenken hoort geen onkritische loftuiting te zijn, maar aanleiding tot grondige reflectie op de doorwerking en betekenis van alle facetten van Luthers gedachtegoed.”