Halsema: Van Thijn bracht de stad tot bedaren
De zondag overleden Ed Van Thijn begon als burgemeester in Amsterdam in 1983 in een grimmige tijd, waarin veel onvrede was over woningnood en werkloosheid en demonstraties vaak uitliepen op geweld. „Met een onverschrokken, maar bedachtzaam optreden bracht de burgemeester de stad tot bedaren”, zei burgemeester Femke Halsema donderdag in de Amsterdamse gemeenteraad.
Daar werd stilgestaan bij het overlijden van de voormalig burgemeester van Amsterdam, oud-minister en PvdA-coryfee, die stierf op 87-jarige leeftijd. Van Thijn slaagde er in zijn ambtsperiode, die tot en met 1994 duurde, volgens Halsema in de stad weer te laten stralen.
„De langstzittende burgemeester van na de oorlog” overleefde als kind tot twee keer toe interneringskamp Westerbork. Die geschiedenis lag volgens Halsema ten grondslag aan zijn eigen drijfveren. Ze refereerde aan wat hij daarover zelf schreef: „Racismebestrijding was voor mij de belangrijkste reden om in de politiek te gaan en uiteindelijk ook om naar het burgemeesterschap van Amsterdam te dingen”.
In zijn tijd als raadslid in de jaren zestig pleitte Van Thijn ervoor de vergunningplicht voor demonstraties af te schaffen. „Hij is de grondlegger van ons beleid dat het demonstratierecht als grondrecht huldigt”, zei Halsema. Ze blikte ook terug op zijn handelen na de Bijlmerramp. „Van Thijn verloor kalmte, noch medemenselijkheid en zorgde ervoor dat, te midden van de chaos, de hulpdiensten zo goed mogelijk konden werken en iedereen noodhulp en opvang werd geboden.”
Onlangs was hij volgens de burgemeester diep geroerd bij de onthulling van het Holocaust Namenmonument. „Maar nog altijd betrokken, helder en geestig. En zo zal Amsterdam Ed van Thijn herinneren.”
Het afscheid van Van Thijn is na de kerstdagen in kleine kring, liet de familie eerder weten. De gemeente heeft een condoleanceregister geopend, dat zowel op het stadhuis als online kan worden getekend.