Advocaat: slachtoffer koffermoord met smoes naar woning gelokt
Het slachtoffer van de zogenoemde koffermoord is volgens de advocaat van twee medeverdachten door hoofdverdachte Abdi B. (25) met „een smoesje” naar een woning in Rotterdam gelokt. Na een vechtpartij zou de eerder bedreigde en vastgebonden 29-jarige Manuel Alvarez zijn doodgestoken door B. Die zou daarna met een „geleende zaag” in een zwembad het lichaam in stukken hebben gesneden.
Advocaat Gardel Purperhart citeerde woensdag in de rechtbank van Dordrecht uit verklaringen van B. Dat deed hij tijdens een inleidende zitting tegen de 23-jarige Ali Y. Volgens hem bewijzen die dat Y. „onschuldig” is. „Hij is tegen wil en dank betrokken geraakt bij een verschrikkelijke zaak.”
Hoofdverdachte B. werd op 29 juli opgepakt. Volgens het Openbaar Ministerie vroeg B. daar zelf om, nadat hij door familie van Alvarez was beticht van betrokkenheid bij diens verdwijning. B. bekende dat hij Alvarez had doodgestoken. Vijf dagen later werd het in stukken gesneden lichaam gevonden. De delen lagen in koffers in de achterbak van een geparkeerde auto.
B. zei eerder dat hij de moord alleen pleegde, maar het OM verdenkt zeven anderen van betrokkenheid. Een tijdlijn moet hun rollen duidelijk maken. De officieren van justitie spraken woensdag van een „gruwelijke zaak van de buitencategorie”.
Volgens Purperhart vertelde B. de politie dat een andere steekpartij de aanleiding was om Alvarez naar de woning in Rotterdam te lokken. Alvarez’ vriendengroep zou het broertje van B. eerder hebben neergestoken. „Hij had een appeltje met ze te schillen vanwege zijn broertje en eiste gederfde inkomsten.”
Nadat de onder dreiging van een alarmpistool vastgebonden Alvarez beloofde geld te pinnen, zo verklaarde B. volgens Purperhart, was de vechtpartij ontstaan. Daarbij greep B. een mes dat hij in de woning had klaargelegd. „Dat is alleen B. toe te rekenen.” Verdachte Y. zei: „B. heeft nooit met mij over een moord gesproken”.
Het OM vermoedt dat Y. wel degelijk een rol had, omdat hij mogelijk in de auto zat waarmee B. naar de Rotterdamse woning werd gebracht. Verder werd DNA gevonden van Y. op vuilniszakken en koffers waarin de lichaamsdelen waren vervoerd. Ook zat zijn vingerafdruk op een bebloed mes en handboeien. Volgens het OM waren die gebruikt bij de moord in de Rotterdamse woning. Purperhart ontkende dat.