Nike en Micron zetten de toon op stijgend Wall Street
Sportmerk Nike en chipbedrijf Micron Technology zijn dinsdag flink gestegen op Wall Street nadat de twee bedrijven met goede resultaten waren gekomen. In navolging van Micron gingen ook andere chipbedrijven omhoog. Verder waren ook makers van coronavaccins in trek. Ook Wall Street in het geheel sloot hoger waarmee de verliesbeurt van een dag eerder weer deels werd goedgemaakt.
De Amerikaanse president Joe Biden zei dat de Verenigde Staten voorbereid zijn op de snel oprukkende omikronvariant. Hij benadrukte in een toespraak dat er veel meer kennis is dan aan het begin van de coronapandemie en dat 200 miljoen Amerikanen volledig gevaccineerd zijn. Verder worden de test-, vaccinatie- en ziekenhuiscapaciteit uitgebreid. Verregaande maatregelen zoals lockdowns liggen vooralsnog niet op tafel.
De Dow-Jonesindex sloot 1,6 procent hoger op 35.492,70 punten. De brede S&P 500 steeg 1,8 procent tot 4649,23 punten en techgraadmeter Nasdaq dikte 2,4 procent aan tot 15.341,09 punten.
Nike steeg 6,2 procent. De fabrikant van sportartikelen boekte afgelopen kwartaal meer winst. Het bedrijf houdt wel last van verstoringen in de leveringsketen. Doordat bepaalde fabrieken in Vietnam wegens lokale corona-uitbraken tijdelijk moesten sluiten, werd er minder omzet behaald in onder meer China.
Micron Technology dikte ruim 10 procent aan. De producent van geheugenchips boekte afgelopen kwartaal veel meer winst dan verwacht en gaf ook een positieve verwachting af voor het huidige kwartaal. Andere chipmakers als KLA Tencor en Nvidia stegen 6,2 en 4,9 procent.
Microsoft kreeg er 2,3 procent bij. Het techbedrijf kreeg van de Europese Commissie goedkeuring voor de overname van spraaktechnologiebedrijf Nuance. Daarnaast legde de Windows-ontwikkelaar 1 miljard dollar neer om advertentiemarktplaats Xandr over te nemen van telecom- en entertainmentconcern AT&T (plus 1,2 procent).
Voedingsbedrijf Kellogg Company werd 2,7 procent lager gezet. De maker van onder meer Kellogg’s cornflakes bereikte een akkoord met stakend personeel waarbij vrijwel alle wensen van dat personeel werden ingewilligd.
De euro was 1,1281 dollar waard, tegen 1,1266 dollar bij de slotbel in Europa. De olieprijzen veerden op na de forse daling op maandag. Een vat Amerikaanse olie kostte 4,2 procent meer op 71,48 dollar. Brentolie werd 3,8 procent duurder op 74,22 dollar per vat.